corresponderende kanaal stoppen;
[Tijdvak] Stel het tijdvak voor een algemene opname in. De opname start alleen in het gedefinieerde
tijdvak;
[Opnametype] Stel de opname types in. Er zijn drie types: algemeen, test, en alarm.
Regular: Voer algemene opnames uit in het gedefinieerde tijdvak. Het type videobestand wordt "R"
gemarkeerd;
Detect: Activeer "motion detection", "video masking", en "video loss" alarmsignalen binnen het
gespecificeerde tijdvak. De bijbehorende alarminstellingen schakelen de opnamefunctie in en starten de
testopname. Het type videobestand wordt "M" gemarkeerd;
Alarm: Schakel in een opgegeven tijdvak het externe alarmsignaal in. "Alarm Input" instelling schakelt
de opnamefunctie in en start de testopname. Het type videobestand wordt "A" gemarkeerd.
Opmerking: Voor "Alarm Function" instellingen, zie Alarm functie gedeelte in hoofdstuk 4.3.
4.2.2
Image Storage
Stel momentopname parameters in op te controlerende kanalen. Bij de eerste start van het systeem is
het systeem standaard ingesteld op 24 uur continu momentopnames maken. Overeenkomstige
instellingen kunnen worden gedefinieerd door te gaan naar [Main Menu] > [Video Recording Functions] >
[Image Storage]
Opmerking: Voor de normale werking van de opslag van afbeeldingen moet ten minste één van de
geïnstalleerde harde schijven worden ingesteld als de momentopnameschijf. (zie hoofdstuk 4.5.1 Beheer
harde schijven voor meer informatie).
Pagina 34