De helderheid en opnamen corrigeren
(i-Contrast)
De camera kan gedeelten in de scène detecteren, zoals gezichten of
achtergronden, die te helder of te donker zijn en hiervoor automatisch
de optimale helderheid tijdens het opnemen instellen. Als het gehele
beeld niet voldoende contrast bevat, corrigeert de camera het beeld
ook automatisch zodat het beeld scherper wordt tijdens het opnemen.
In sommige omstandigheden kan het beeld grof lijken of is de belichting
mogelijk niet juist aangepast.
U kunt opgeslagen beelden corrigeren
Selecteer [i-Contrast].
Druk op de knop n, selecteer het
●
tabblad 4 en selecteer het menu-item
[i-Contrast]. Gebruik de knoppen qr
om [Automatisch] te selecteren.
@ verschijnt op het scherm.
(p.
124).
87