Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Computer Configureren Voor Een Wi-Fi-Verbinding (Alleen Windows); Beelden Opslaan Op Een Aangesloten Computer; Compatibiliteit Van Het Toegangspunt Vaststellen - Canon PowerShot SX720 HS Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor PowerShot SX720 HS:
Inhoudsopgave

Advertenties

De computer configureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de
computer.
1
Controleer of de computer
verbonden is met een toegangspunt.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2
Configureer de instelling.
Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu >
[Alle programma's] > [Canon Utilities] >
[CameraWindow] > [Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
Configureer in de toepassing die wordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de
volgende Windows-instellingen geconfigureerd.
-
Schakel mediastreaming in.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien
(vinden).
-
Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
-
Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
-
Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch
kunnen detecteren.
Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier
beschreven instellingen invoert. Controleer de instellingen
van uw beveiligingssoftware.

Beelden opslaan op een aangesloten computer

Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.

Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen

Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-
normen bij "Camera" ( = 177).
Er zijn verschillende verbindingsmethoden, afhankelijk van of het
toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup, = 121) ondersteunt of niet
( = 123). Bij toegangspunten die WPS niet ondersteunen controleert
u de volgende gegevens.
Netwerknaam (SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt. Dit wordt ook
wel de "naam van het toegangspunt" of de "netwerknaam" genoemd.
Netwerkverificatie/gegevenscodering (coderingsmethode/
coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending.
Controleer welke beveiligingsinstelling gebruikt wordt: WPA2-PSK
(AES), WPA2-PSK (TKIP), WPA-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP), WEP
(open systeemauthenticatie) of geen beveiliging.
Wachtwoord (versleutelingscode/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze verzending.
Ook wel "versleutelingscode" of "netwerksleutel" genoemd.
Sleutelindex (verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkverificatie/gegevenscodering. Gebruik "1" als instelling.
Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging.
Wees voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/Modus Hybride
automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av- en M-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
120

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave