Download Print deze pagina

schmersal AZ 15 Bedieningshandleiding pagina 3

Verberg thumbnails Zie ook voor AZ 15:

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidsschakelaar
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
De montageafmetingen worden aan de achterkant van de component
vermeld. De behuizing van de component mag niet als aanslag gebruikt
worden. De plaats van montage is willekeurig. Het binnendringen van
vuil in de gebruikte openingen moet echter vermeden worden. Na de
montage moeten de niet-gebruikte openingen met sleufafsluitstrippen
(AZ 15/16-1476-1 verkrijgbaar als accessoire) afgedicht worden.
Montage van de bediensleutel: zie montagehandelding van de
bediensleutel.
Neem ook de opmerkingen van de normen ISO 12100,
EN 953 en ISO 14119 in acht.
De veiligheidscomponent en de bediensleutel moeten via
geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven,
lassen, nieten, borgen met pennen) onlosmakelijk aan de
beschermvoorziening bevestigd worden en tegen verschuiven
beveiligd worden.
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
AZ 15
40
M16
52
28
Frontmontage
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
De contactmarkeringen bevinden zich aan de binnenkant van de
schakelaar. Voor de kabelinvoer moeten geschikte kabelwartels met
geschikte beschermingsgraad gebruikt worden. Na de aansluiting moet
de binnenkant van de schakelaar gereinigd worden (verwijderen van
vuil, kabelresten, enz.). Veiligheidsschakelaar is dubbel geïsoleerd. Het
gebruik van een aardleiding is daarom niet toegelaten.
AZ 16
40
M16
52
28
4.2 Contactvarianten
Afbeelding van de contactsymbolen bij gesloten beschermvoorziening.
AZ 15ZV.K
AZ 15ZV.K-ST
11
12
11
12
1 2 3 4
AZ 16ZV.K
AZ 16-02ZV.K
11
12
13
14
21
22
21
22
AZ 16ZV.K-ST
AZ 16-02ZV.K-ST
13
14
11
21
21
22
1 2 3 4
1 2 3 4
LED
13
14
YE GN
15
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Controle van de vrije beweging van het bedienelement
2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
5.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan,
inclusief de volgende stappen:
1. Controle van de gemakkelijke toegankelijkheid van de
bediensleutel in de schakelaar
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en -aansluitingen
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik
van een vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
AZ 15 / AZ 16
AZ 16-12ZV.K
AZ 16-03ZV.K
13
14
11
21
21
22
31
32
31
AZ 16-12ZV.K-ST
12
S13
S14
S22
S21
22
S31
S32
1
3 2
4 5 6 7 8
L+
13
24 VDC
14
YE
GN
L-
15
12
22
32
3

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Az 16