Gebruikershandleiding
3. Klik op Agenda selecteren.
4. Klik op een agenda.
Kleur gebruiken om agenda's van elkaar te onderscheiden
1.
Klik in het beginscherm op het pictogram Agenda.
2. Druk op de menutoets.
3. Klik op Opties.
4. Klik op een agenda.
5. Wijzig het veld Kleur afspraken.
6. Druk op de menutoets.
7. Klik op Opslaan.
De agenda wijzigen die u herinnert aan afspraken
1.
Klik in het beginscherm op het pictogram Agenda.
2. Druk op de menutoets.
3. Klik op Opties.
4. Klik op een agenda.
5. Wijzig het veld Herinneringen weergeven.
6. Druk op de menutoets.
7. Klik op Opslaan.
De standaardagenda wijzigen
1.
Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Geavanceerde opties.
3. Klik op Standaardservices.
4. Wijzig het veld Agenda (CICAL).
5. Druk op de menutoets.
6. Klik op Opslaan.
Sneltoetsen voor de agenda
Afhankelijk van de invoertaal die u gebruikt, zijn bepaalde sneltoetsen mogelijk niet beschikbaar.
Als u wilt dat sneltoetsen in dagweergave werken, wijzigt u in de algemene agendaopties het veld Snelle invoer inschakelen in Nee.
•
Om een afspraak te plannen, drukt u op de toets met de punt (.).
•
Als u naar de volgende dag, week of maand wilt gaan, drukt u op 9.
•
Als u naar de vorige dag, week of maand wilt gaan, drukt u op 3.
•
Als u een uur vooruit wilt gaan in dagweergave of weekweergave, drukt u op 2.
•
Als u een uur achteruit wilt gaan in dagweergave of weekweergave, drukt u op 8.
•
Als u naar vandaag wilt gaan, drukt u op het uitroepteken (!).
Persoonlijke organizer
167