In geval van een motorstoring kan de machine over een korte afstand worden gesleept.
De rupsbanden worden aangedreven door een stel tandempompen. De voorste pomp drijft de
rechterrupsband aan en de andere pomp de linkerrupsband. De omloopventielen van de aandrijfpomp
kunnen worden geopend zodat de machine kan worden gesleept.
Als de machine op een helling staat, zet u de parkeerrem aan om te verhinderen dat ze wegrolt.
De parkeerrem bevindt zich achter de motor van de linkerrupsband. Duw de hendel omlaag om de
rem aan te trekken.
WAARSCHUWING: Op een helling en vooral als de bodem nat is, vermindert de grip van de
machine en neemt het gevaar voor omvallen toe. Blijf uit de weg om lichamelijk letsel te
vermijden.
Draai de doppen van het omloopventiel twee volledige toeren in tegenwijzerzin los (verwijder ze
niet). Zie schema voor de plaats van de doppen.
Ontgrendel de parkeerrem door de hendel omhoog te trekken.
De machine mag langzaam (3 km/h of 60 m/min) over een korte afstand (1/4 km) worden
gesleept.
Na het slepen, sluit u beide omloopventielen door de doppen aan te draaien met een koppel van
13 Nm.
Gebruik een trailer of vrachtwagen voor transport over de weg.
Als u de graafarm moet optillen zonder bekrachtiging, doe dan het volgende:
1. Maak de slang aan de achterste aansluiting van de hefcilinder los en hef het uiteinde van de
graafarm op met een takel of vorkheftruck, indien aanwezig.
2. Als u hem nog niet omhoog krijgt, maak dan ook de slang aan de voorste aansluiting van de
hefcilinder los.
WAARSCHUWING: De graafarm met graafketting is zwaar. Mankracht alleen volstaat niet,
maar als het niet anders kan, schakel dan twee sterke mannen in om de graafarm op te tillen en
een derde om de slang(en) terug aan te sluiten als de graafarm opgetild is.
3. Beveilig de graafarm in de opgetilde positie met een riem van het uiteinde van de graafarm tot de
stuurhendels.
20RTK – 23RTK BEDIENINGSHANDLEIDING
SLEPEN IN NOOD
VERSIE 8/12/15
Pagina 17 van 25