2. Houd hiervoor de meetpen (4) op een bekende
spanningsbron.
Wisselspanning (AC) zoeken
ü Er zijn opgeladen batterijen in het apparaat geplaatst.
ü De werking van het apparaat is met succes getest.
1. Het apparaat inschakelen.
2. Kies het gewenste gevoeligheidsniveau.
3. Het apparaat in de buurt van de te controleren
wisselspanningsbron houden.
ð Is een wisselspanning binnen het gekozen
gevoeligheidsniveau bij de bron aanwezig, knippert de
meetpen (4) en klinkt een herhalend toonsignaal.
6
Zaklamp inschakelen
Ga als volgt te werk voor het gebruik van de zaklamp:
ü Er zijn opgeladen batterijen in het apparaat geplaatst.
1. De aan-/uit-toets van de LED-zaklamp (2) ingedrukt
houden.
ð De LED-zaklamp (3) brandt, zolang de aan-/uit-toets
van de LED-zaklamp (2) wordt ingedrukt.
2. De aan-/uit-toets van de LED-zaklamp (2) loslaten, voor
het uitschakelen van de LED-zaklamp.
Onderhoud en reparatie
Batterij vervangen
Het vervangen van de batterij is nodig, als het apparaat niet
meer kan worden ingeschakeld, resp. als de controle van de
werking is mislukt (zie batterijen plaatsen in het hoofdstuk
bediening).
Reiniging
Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat geen vochtigheid in de behuizing komt. Gebruik geen
sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen, maar uitsluitend water voor het bevochtigen
van de doek.
Reparatie
Wijzig het apparaat niet en bouw geen reserveonderdelen in.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
spanningstester BE 16
NL