Advertenties
Optionele items gebruiken
2. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Standaard > Geavanceerd.
3. Selecteer Proxy-server.
4. Selecteer Gebr. voor Instellingen proxyserver.
5. Voer het adres voor de proxyserver in IPv4- of FQDN-indeling in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
6. Voer het poortnummer voor de proxyserver in.
Bevestig de waarde uit het voorgaande scherm.
7. Tik op Start installatie.
Verbinding maken met ethernet (bij gebruik van een extra netwerk)
Verbinding maken met ethernet in het standaardnetwerk
Verbind de printer met behulp van een ethernetkabel met het standaardnetwerk en controleer de verbinding.
1. Verbind de printer en hub (LAN-switch) met behulp van de ethernetkabel.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
3. Selecteer Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Standaard > Controle van netwerkverbinding.
Het resultaat van de verbindingsdiagnose wordt weergegeven. Bevestig of de verbinding juist is.
4. Tik op OK om af te sluiten.
Wanneer u op Controlerapport afdrukken tikt, kunt u het diagnoseresultaat afdrukken. Volg de
afdrukinstructies op het scherm.
Verbinding maken met ethernet in een extra netwerk
Verbind de printer met behulp van een ethernetkabel met het extra netwerk en controleer de verbinding.
1. Verbind de printer en hub (LAN-switch) met behulp van de ethernetkabel.
2. Selecteer Taakstatus op het startscherm.
3. Selecteer het tabblad Printerstatus en selecteer vervolgens het tabblad Opties.
De status van de ethernetverbinding wordt weergegeven. Bevestig of de verbinding juist is.
De netwerkoverdrachtroute selecteren (bij gebruik van een extra netwerk)
De volgende functies voor scannen en faxen zijn in het standaard- en in het extra netwerk beschikbaar via het
bedieningspaneel van de printer.
❏ Scannen naar e-mail
❏ Scannen naar map
>
Ethernetkaart (10/100/1000 Base-T,Ethernet)
450
>
Instellingen bij gebruik van een ex
Advertenties
Probleemoplossen
