Finder plus de satelliet heeft herkend, wordt dit door een groene LED op het satellietoverzicht
getoond en de kwaliteit van het signaal door de QUALITY-LED´s getoond.
Mocht het gebeuren, dat door onregelmatigheden in de gegevens de satelliet niet precies wordt
herkend, blijft de LED van de satelliet knipperen, die op basis van de tot nu toe ontvangen gege-
vens als juist wordt beschouwd.
Daarna wisselt de SAT-Finder plus in een wachtmodus en u kunt, indien het de gewenste satelliet
is, met het fijne uitrichten van de schotelantenne beginnen.
Door indrukken van de toets "B" wisselt de SF9000 weer naar het automatisch zoeken.
2.3 Reset
Als beide toetsen gelijktijdig ongeveer 5 seconden lang worden ingedrukt, wordt de SAT-Finder
plus opnieuw gestart.
3. LED-displays
3.1 LEVEL (signaalsterkte)
De signaalsterkte wordt de gebruiker door 8 LED´s medegedeeld. Iedere LED kan hierbij de
volgende status tonen: „uit", „langzaam knipperend", „snel knipperend" en „aan". Dit levert
in totaal 4 standen op, om een zo nauwkeurig mogelijke indeling van de signaalsterkte te
bereiken.
3.2 QUALITY (kwaliteit van het signaal)
De kwaliteit van het signaal wordt de gebruiker via 8 LED´s getoond.
3.3 MODE (werkmodus)
Deze toont de status van het gebruik „knipperend" of „aan".
3.4 Tonen van de satelliet
Het tonen van de satelliet geschiedt ongeveer net zo als het tonen van de werk- / zoekmodus
met de status "uit", "knipperend" en "aan", waarbij de verschillende statussen volgende beteke-
nis hebben:
6