gereed voor gebruik.
Het totale startproces duurt ca. 7 seconden.
2. Zoeken en vinden
2.1 Automatisch zoeken van de satelliet
Als de rode Power-LED aan gaat, is de SAT-Finder plus gereed voor gebruik en kunt u de schotel-
antenne uitrichten. Deze mag niet met te grote stappen worden gedraaid c.q. verschoven, omdat
u anders, net als bij de analoge SAT-Finder plus, snel een satelliet kan overslaan.
Draai de schotelantenne verticaal, tot de LED´s van het LEVEL-display aan gaan.
Als een voldoende sterk signaal (3 LED´s "aan") wordt ontvangen, analyseert de SAT-Finder plus
de gevonden transponder, dit wordt door knipperen van de MODE-LED getoond.
Als de kwaliteit van het signaal erg gering is (tot 3 LED´s "aan"), draait u de schotelantenne
voorzichtig verder, tot een voldoende kwaliteit van ca. 4-6 LED´s wordt getoond. Zodra de SAT-
Finder plus de satelliet heeft herkend, wordt dit door een groene LED op het satellietoverzicht
getoond en wordt de kwaliteit van het signaal door oplichten van de QUALITY-LED´s aangetoond.
Mocht het gebeuren, dat door onregelmatigheden in de gegevens de satelliet niet precies wordt
herkend, blijft de LED van de satelliet knipperen, die op basis van de tot nu toe ontvangen gege-
vens als juist wordt beschouwd.
Daarna wisselt de SAT-Finder plus in een wachtmodus en u kunt, indien het de gewenste satelliet
is, met het fijne uitrichten van de schotelantenne beginnen.
Werd weliswaar een satelliet herkend, maar het is niet de door u gezochte, dan weet u nu, naar
welke orbitpositie / richting de schotelantenne wijst. Hierdoor is het mogelijk, relatief gericht de
gewenste satelliet te zoeken. Hiervoor draait u de schotelantenne in de betreffende richting, tot
de SAT-Finder plus weer in de automatische zoekmodus wisselt en dus weer naar het signaal van
een satelliet zoekt.
Dit verloop herhaalt u, tot u de gewenste satelliet heeft gevonden.
2.2 Handmatig zoeken / voorselecteren van de satelliet
Het handmatig zoeken maakt een voorselectie van dicht bij elkaar liggende satellieten mogelijk.
Door één keer indrukken van de linkertoets "A" wordt de op dat moment actieve LED één stap
verschoven en dus de volgende satelliet opgeroepen. Volgende satellieten kunnen worden opge-
roepen: 8°W TelecomD, 7°W Nilesat, 5°W Atlanticbird en 4°W Amos.
Draai de schotelantenne verticaal, tot de LED´s van het LEVEL-display aan gaan.
Als een voldoende sterk signaal (3 LED´s "aan") wordt ontvangen, analyseert de SAT-Finder plus
de gevonden transponder, dit wordt door knipperen van de MODE-LED getoond.
Als de kwaliteit van het signaal erg gering is (tot 3 LED´s "aan"), draait u de schotelantenne
voorzichtig verder, tot een voldoende kwaliteit van ca. 4-6 LED´s wordt getoond. Zodra de SAT-
5