4
Installeren van het aggregaat
Houd bij de installatie van het aggregaat rekening met de volgende punten:
·
Plaats het aggregaat bij voorkeur in de buitenlucht voor een optimale ventilatie. Zorg voor voldoende ruimte
rond luchtaanzuig- en afblaasrooster van het aggregaat.
·
Zet het aggregaat niet tegen gebouwen of muren. Houd voldoende ruimte om de deuren te kunnen openen.
·
Het aggregaat moet op een vlakke, stevige en horizontale ondergrond geplaatst worden.
Wanneer u het aggregaat binnen plaatst, gelden bovendien de volgende aanvullingen:
·
Zorg voor voldoende vrije (bewegings)ruimte rondom het aggregaat.
·
Voer de uitlaatgassen naar buiten af. Zorg ervoor dat de uitlaatgassen niet kunnen instromen in andere
installaties, zoals compressoren en airconditioning, of zich op kunnen hopen in brandbare dakbedekkingen of
andere ruimtes. Houd daarbij rekening met de windrichting.
·
Zorg voor voldoende ruimte aan weerszijden van het aggregaat voor de toevoer en de afvoer van de koellucht.
·
Zorg voor voldoende ventilatie en een goede temperatuurbeheersing in de ruimte waar het aggregaat is
geplaatst. Het aggregaat geeft warmte af tijdens gebruik.
Volledige bedieningshandleiding revisie 1
© Bredenoord BV 2019
8