Opnamemodi
5
Selecteer de diafragmawaarde of sluitersnelheid.
Auto
Auto
Diafragma
Terug
Verpl.
6
Selecteer een optie.
• Als u Auto selecteert, worden diafragma en sluitertijd
automatisch aangepast.
7
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Geavanceerde functies
De DIS-modus gebruiken
Voorkom vage foto's als gevolg van bewegingsonscherpte met
de functies voor Digitale beeldstabilisatie (DIS).
Vóór correctie
Na correctie
1
Druk in de opnamemodus op [
2
Selecteer DIS.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
• De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.
• Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.
• De DIS-functie werkt mogelijk niet op een plek met belichting die
helderder is dan een tl-lamp.
31
].