Onderhoud en verzorging
Onderhoud van koelsysteem
Om de juiste bedrijfstemperatuur van de motor te handhaven, dient koellucht onbelemmerd door de cilindervinnen
te kunnen bewegen. Deze luchtstroom voert de verbrandingswarmte weg van de motor. Oververhitting en een vast-
gelopen motor kunnen optreden als:
De luchtinlaten zijn geblokkeerd, waardoor er geen koellucht bij de cilinder komt,
Stof en gras aan de buitenkant van de cilinder. Dit vormt een isolerende laag op de motor en verhindert afvoer van
de warmte.
Het verwijderen van blokkades in de koeling of het reinigen van de cilindervinnen wordt "normaal onderhoud" genoemd. Sto-
ringen als gevolg van het niet onderhouden vallen niet onder de garantie.
Luchtinlaat
Geluiddemper reinigen
Controleer het brandstofsysteem
Bougie controleren
a: 0,6 - 0,7 mm
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat er geen vuil in de buurt van de motor en het
inlaatrooster komt.
Koolafzetting in de demper (A) zal leiden tot een lager motor-
vermogen en oververhitting. Verwijder verontreinigingen van
de geluiddemper.
BELANGRIJK
De beschermkap van de geluiddemper niet verwijderen. Raad-
pleeg indien nodig uw dealer.
Controleren vóór elk gebruik.
Controleer nadat brandstof is bijgevuld dat er geen lekkages
zijn rondom de brandstofvulbuis (A), het rubber (B) of de dop
(C).
Ingeval van lekkage of andere uitscheiding van brandstof is er
brandgevaar. Stop de machine onmiddellijk en verzoek uw
dealer de machine te inspecteren en te repareren.
1.
Controleer de elektrodenafstand van de bougie. De juiste af-
stand bedraagt 0,6 tot 0,7 mm.
2.
Controleer de elektrode op slijtage.
3.
Inspecteer de isolator op olie of andere resten.
4.
Indien de elektroden of klemmen zijn versleten, of als de ke-
ramiek barsten vertoont, vervang deze dan door nieuwe on-
derdelen.
5.
Draai vast tot 15 N·m - 17 N·m (150kgf·cm tot 170 kgf·cm).
De vonktest (om te controleren of de bougie voor ontsteking
zorgt) moet door uw dealer worden uitgevoerd.
24