De motor starten
Als u de motor start, neem dan de voorzorgsmaatregelen in acht die zijn beschreven vanaf pagina 4in het hoofdstuk
"Veilig gebruik van uw product" om zeker te zijn dat u het product correct bedient.
Het maaiaccessoire treedt direct in werking zodra de motor wordt gestart, wat er toe kan leiden dat u de controle
verliest en het kan ernstige verwondingen veroorzaken. Houd de bewegende delen van het accessoire van de grond
en uit de buurt van voorwerpen die verstrengeld kunnen raken of kunnen worden gelanceerd.
Als het snijblad ook beweegt wanneer de handgastrekker bij het starten van de motor in de stationairstand staat, stel
dan de carburateur goed af voordat u het product gebruikt.
De snijbladen beginnen te bewegen naarmate de motor het toerental voor het aangrijpen van de koppeling bereikt.
Niet naleven van de voorzorgsmaatregelen kan een ongeval of letsel veroorzaken, of zelfs tot dodelijk letsel leiden.
OPMERKING
Trek de startergreep eerst zachtjes, en dan sneller uit. Trek het starterkoord niet verder dan 2/3 van de lengte uit.
Laat de startergreep niet los als deze terugveert.
Starten van een koude motor
1. Ontstekingsschakelaar
2. Handgastrekker
1. Opvoerpomp
2. Chokehendel
1. Starthendel
WAARSCHUWING
3. Handgastrekkerblokke-
ring
4. Start
3. Koude start
4. Werkstand
Motorbediening
Motorbediening
(Sluit de bougiekap aan als het product langere tijd in opslag is
geweest)
De startprocedure is verschillend voor een koude of warme mo-
tor. Een koude motor wordt als volgt gestart.
1.
Verwijder de snijbladbescherming en controleer de snijbla-
den. Als er iets niet in orde is, door een nieuw exemplaar
vervangen.
2.
Plaats het product op een horizontaal oppervlak, ondersteun
het met een balk of ander geschikt hulpmiddel en controleer
of de snijbladen niet in aanraking komen met het grondop-
pervlak of een andere hindernis.
3.
Controleer of er geen brandstoflekkages zijn.
4.
Zet de ontstekingsschakelaar in de stand Start.
5.
Zet de chokehendel in de stand "Koude start".
6.
Druk beurtelings op de opvoerpomp en laat hem weer los
totdat er brandstof in de pomp wordt aangezogen.
7.
Controleer of het gebied rondom u veilig is, houd de achter-
ste handgreep stevig met uw linkerhand vast zoals in de af-
beelding wordt getoond, en trek enkele malen aan de
startergreep.
8.
Zet, wanneer u een plofgeluid hoort en de motor direct stopt,
de chokehendel in de werkstand "Run" en blijf aan de star-
tergreep trekken om de motor te starten.
9.
Als de motor direct start wanneer u de instructies in boven-
genoemde stap 7 uitvoert, beweegt u de chokehendel lang-
zaam weer naar de werkstand "Run".
10. Laat de motor een tijdje stationair warmdraaien.
11. Druk de handgastrekkerblokkering in en knijp geleidelijk in
de handgastrekker.
19