LTNLPER000012A + LTNLPER000013A
LTNLPER000015b
230 V
LTNLPER000004A + LTNLPER000005A
LTNLPER000011A
2 bar
LTNLPER000014A
• draai de vul- /aftapkraan van de cv-installatie een kwart slag
open;
• draai de waterkraan open en sluit de waterkraan als de
waterdrukmeter op 2 bar staat;
• sluit de vul-/aftapkraan van de cv-installatie door deze een
kwart slag te draaien. Houd de slang aan de vul-/aftapkraan
tot de installatie is ontlucht.
Let op!
Door bijvullen met water komt er lucht in de cv-installatie.
Ontlucht de cv-installatie zoals beschreven in par. 5.2.
Na ontluchten kan de waterdruk weer onder het vereiste
niveau komen, waardoor opnieuw water moet worden bijge-
vuld. Twee keer bijvullen en ontluchten moet voldoende zijn
om de juiste waterdruk te krijgen.
Raadpleeg de installateur als de cv-installatie meer dan drie-
maal per jaar moet worden bijgevuld.
Ketel in bedrijf stellen
Nadat de cv-installatie gevuld is, stelt u de ketel weer in
bedrijf, zie Hoofdstuk 7.
5.2 Cv-installatie ontluchten
Een borrelend geluid in leidingen en/of radiatoren die slechts
gedeeltelijk warm worden, duidt op lucht in leidingen en radia-
toren. De cv-installatie moet worden ontlucht.
Alvorens te ontluchten moeten de volgende voorbereidingen
worden getroffen:
• draai alle radiatorkranen open en zet de kamerthermostaat
zo hoog mogelijk; wacht tot de radiatoren heet aanvoelen.
• zet de kamerthermostaat zo laag mogelijk, wacht tot op de
ketel de bedrijfscode [0 (of slechts één punt) verschijnt
en haal dan de stekker uit het stopcontact en wacht ca. 10
minuten tot de radiatoren koud aanvoelen.
16
Remeha Avanta