1. Beschrijving van het bedieningspaneel
1.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
aanwezig op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De handelingen
voor het inschakelen, programmeren, uitschakelen enz. kunnen
uitsluitend bij een geopende deur plaatsvinden.
Het afgebeelde paneel dient slechts ter indicatie; afhankelijk van het model
zullen de vorm, controlelampjes en drukknoppen kunnen afwijken.
AAN/UIT TOETS
1
Met het indrukken van deze toets schakelt u de wasmachine in of uit.
CONTROLELAMPJE GESELECTEERD PROGRAMMA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het geselecteerde programma
2
en eventuele storingen (oplossingen voor de storingen).
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
3
Dient voor de keuze van het gewenste wasprogramma en de
regeling van de waterontharder.
INDICATOR REGELING HARDHEID WATER GEACTIVEERD
Het knipperende controlelampje wijst erop dat de machine in de
"regeling hardheid water" modus staat.
4
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN
Bij aanwezigheid van het symbool
controlelampje wijzen op het ontbreken van regeneratiezout.
CONTROLELAMPJE GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN
brandende
5
glansspoelmiddel in het daarvoor bestemde reservoir.
OPTIES en DISPLAY (alleen op bepaalde modellen)
6
2
Instructies voor de gebruiker
+ REGELING VAN DE ONTHARDER
controlelampje
zal het brandende
wijst
op
het
Het
ontbreken
van