Installeren
235 mm
217 mm
ø 6
7 Toebehoren
Naam van onderdeel
Zelf-tappende schroefven
(ø5 × 18 mm)
Inbussleutel (Groot)
Inbussleutel (Klein)
Afdekking voor aansluiting
(Aansluiting voor spanningssnoer)
7 Handelingen voor het installeren
Er zijn verschillende instellingen en verbindingen
mogelijk al naar gelang uw opstelling en het gebruik.
Lees derhalve de gebruiksaanwijzing door om
de juiste methode te kiezen voor het instellen en
verbinden.
1. Haal de contactsleutel uit het slot en ontkoppel de
negatieve pool · van de accu ter voorkoming van
kortsluiting.
2. Stel het toestel voor gebruik in.
3. Verbind de invoer- en uitvoerkabels van de
toestellen.
4. Verbind de luidsprekerkabels.
5. Verbind de spanningsdraad, spanningsregeldraad
en aardedraad in deze volgorde.
6. Monteer de installatiebevestigingen in de eenheid.
7. Sluit de eenheid aan.
8. Installeer de afstandsbediening.
9. Verbind de negatieve pool · van de accu.
16
Nederlands
Afbeelding Aantal
4
1
1
1
Installatiepaneel, of dergelijk, enz.
(dikte: 15 mm of meer)
LET OP
• Monteer de eenheid niet op de volgende locaties:
(op een instabiele plaats; op een plaats die het
sturen bemoeilijkt; op een vochtige plaats; op een
stoffige plaats; op een plaats die warm wordt; in
direct zonlicht; op een plaats waar warme lucht
stroomt)
• Installeer het toestel niet onder een mat of
dergelijke. Opgewekte warmte kan anders niet
ontsnappen met beschadiging van het toestel tot
gevolg.
• Installeer het toestel zodanig dat de ventilatie
van het toestel niet wordt gehinderd. Plaats geen
voorwerpen boven op het toestel.
• De behuizing van de versterker wordt tijdens
gebruik warm. Daarom dient de versterker zodanig
geïnstalleerd te worden, dat er geen mensen,
kunststoffen of voorwerpen die gevoelig zijn voor
warmte mee in aanraking kunnen komen.
• Dit toestel heeft een koelventilator die de
inwendige temperatuur verlaagt. Installeer het
toestel niet op een plaats waar de koelventilator
en de luchtkanalen van het toestel worden
belemmerd. Wanneer de openingen zijn
afgesloten kan het toestel namelijk niet worden
gekoeld, wat storingen tot gevolg heeft.
• Wanneer er onder de zitting of in de kofferbak
gaten in de carrosserie moeten worden
aangebracht, dient u eerst te controleren of
er geen gevaar bestaat dat de benzinetank,
remleidingen of kabelbomen doorboord kunnen
worden. Voorkom bovendien dat u krassen of
andere beschadigingen veroorzaakt.
• Installeer de versterker niet in het dashboard, op
de hoedenplank of op plaatsen waar de airbags
worden belemmerd.
• Installeer de versterker zodanig, dat het besturen
van het voertuig niet wordt belemmerd. Als de
versterker door schokken of trillingen losraakt, kan
een ongeval worden veroorzaakt.
• Controleer na het installeren van het toestel dat de
diverse elektrische functies van het toestel, zoals
de remlichten, richtingaanwijzers en ruitenwissers,
normaal functioneren.
Zelf-tappende schroef
(ø5 × 18 mm)