8.1 HET APPARAAT GEBRUIKEN
Classic-modellen: De bedieningsknop bevindt zich aan
de rechter onderzijde van de behuizing. In figuur 7 ziet u
de markeringen;
Linear-modellen: De bedieningsknop bevindt zich aan
de rechter onderzijde van de behuizing. In figuur 8 ziet u
de markeringen;
Fab-modellen: De bedieningsknop bevindt zich aan de
rechter onderzijde van de behuizing. De knop heeft een
ronde vorm; in figuur 9 ziet u de markeringen;
De waakvlam is zichtbaar achter de linkerkant van de
brander. Druk de bedieningsknop in, draai deze naar VONKEN en houd deze enkele seconden
in die stand. Blijf naar links draaien via de vonk naar de WAAKVLAM-positie en controleer of de
waakvlam brandt. Draai als dit niet het geval is de knop rechtsom en herhaal de vorige stap.
Houd als de waakvlam brandt, de knop gedurende ongeveer tien seconden ingedrukt. Laat de
knop nu los. De waakvlam moet blijven branden. Wacht als de waakvlam tijdens het gebruik
dooft drie minuten vóór u de ontstekingsprocedure herhaalt.
Druk, om de instelling HOOG te bereiken, de bedieningsknop licht in en blijf linksom draaien
naar de stand Hoog. De hoofdbrander moet na een paar seconden gaan branden. Draai, om de
instelling op Laag te zetten, de bedieningsknop rechtsom naar LAAG.
Druk, om van de positie HOOG of LAAG naar WAAKVLAM te gaan, de bedieningsknop in, keer
terug naar de waakvlampositie en laat de knop los. Houd om de haard uit te schakelen de knop
ingedrukt, keer terug naar de positie UIT en laat de knop los.
8.2 DRUK INSTELLEN
Alle modellen: Het druktestpunt bevindt zich aan de linkerzijde
van het apparaat op de hoofdbranderleiding, naast de koperen
restrictor/aansluiting. Verwijder de dekplaat van de brander door
de vier borgschroeven los te draaien, zoals in figuur 10. Draai de
schroef van het druktestpunt los (zie figuur 11) en bevestig een
drukmeter. Steek de haard aan op de instelling HOOG.
Om het apparaat in werking te stellen, moet de branderdruk in
overeenstemming zijn met de in paragraaf 2.0 van deze handleiding
genoemde cijfers.
De haard is fabrieksmatig ingesteld om deze
druk te bereiken en significante afwijkingen hiervan kunnen wijzen
op een toevoerprobleem. Als de druk te hoog is, kan het zijn dat
de gastoevoermeter verkeerd is ingesteld. Dit kan worden
gecontroleerd terwijl de haard brandt en indien nodig worden
gereset door de gasleverancier.
Controleer als de branderdruk te laag is de inlaatdruk terwijl de
apparatuur in werking is. Indien de inlaatdruk lager is dan de
waarde die in paragraaf 2.0 van deze handleiding wordt vermeld,
moet deze opnieuw worden ingesteld door de gasleverancier. Als
de ingestelde druk te laag, maar de meterdruk aanvaardbaar is, is
een probleem in de toevoerleiding te verwachten.
Zet, nadat de branderdruk is gecontroleerd en goed bevonden, de
haard uit, ontkoppel de drukmeter en draai de schroef van het
testpunt weer vast. Steek de haard aan en controleer op gasgeluid.
Plaats de dekplaat van de brander terug en zet deze vast met de
vier borgschroeven.
Als de branderdruk niet in overeenstemming is met de in het gegevensgedeelte van deze handleiding vermelde cijfers mag het apparaat
niet in werking worden gesteld en moet contact worden opgenomen met de fabrikant voor instructies.
Figuur 7
Voorbeeld van een Fab-model
Figuur 10
Figuur 11
NL-BE-7
NL - BE
Figuur 8
'UIT'-positie
'VONK'-positie
'LAAG'-positie
'HOOG'-positie
Figuur 9
Voorbeeld van een L23-model
©
2008 Smeg S.p.A.