Gebruik
Inschakelen
^ Ga na of de sproeiarmen vlot rond-
draaien.
^ Doe de toesteldeur dicht.
^ Draai de waterkraan open zo die
dicht staat.
^ Druk op de toets aan/uit (13).
Het controlelampje "Start" (15) knippert.
Een programma starten
^ Hou rekening met het programma-
overzicht achteraan in deze handlei-
ding.
^ Draai de programmakiezer (16) naar
links of rechts op het gewenste pro-
gramma.
^ Druk op de toets "Start" (15).
Het programma begint. De controle-
lampjes "Start" (15) en "Reinigen" (14)
branden.
34
Breek het programma niet voortijdig
af!
Belangrijke onderdelen, als bv. het
regenereren van de ontharder, kun-
nen dan wegvallen.
Aanduiding van het
programmaverloop (14)
Het controlelampje "Reinigen" gaat aan
tijdens de programmadelen Voorspoe-
len, Reinigen, Tussenspoelen en Na-
spoelen.
Het controlelampje "Drogen" gaat aan
tijdens het programmadeel Drogen.
Het controlelampje "Einde" gaat aan zo-
dra het programma afgelopen is.