Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
4.5 Inbedrijfname
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van de veiligheidsmodule
2. De toevoerkabel dient intact te zijn
Na het inschakelen van de bedrijfsspanning is het veiligheidscontact
11/14 gesloten, het signaalcontact 21/22 is geopend als de lichtweg
in beide profielen vrij is. Wordt de lichtweg in een of in beide profielen
onderbroken, dan wordt het vrijgavecircuit 11/14 van de machine
verbroken en het signaalcontact 21/22 gesloten (simultane evaluatie
van de signaalgevers). Als de lichtweg in beide profielen opnieuw vrij is,
wordt het veiligheidscontact 11/14 gesloten en het signaalcontact 21/22
geopend.
4.6 Diagnose-/foutmeldingen
• Kortsluitingen en breuken in de kabels naar de sensoren worden door
de veiligheidsmodule gedetecteerd. Het uitgangsniveau keert terug
naar rusttoestand (veilige toestand).
• De LED's gaan uit: een of beide schakelstrips bediend.
• "POWER" LED gaat uit: geen toevoerspanning
4
5. Onderhoud
5.1 Onderhoud van de veiligheidsmodule
Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidsmodule geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan,
inclusief de volgende stappen:
• Bevestiging van de veiligheidsmodule controleren
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
Onder zware bedrijfsomstandigheden raden wij een regelmatige
controle van de werking van het volledige systeem aan.
(Zie ook montage- en inspectieprotocol in bijlage.)
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
5.2 Controle van de slijtage van het rubberprofiel
De schakelstrip moet een maal per jaar visueel op beschadiging
gecontroleerd worden. In geval van beschadiging moet de schakelstrip
vervangen worden, omdat de veiligheidsfunctie in dit geval niet meer
volledig gewaarborgd is. De volgende controles moeten uitgevoerd
worden:
• Controle van het rubberprofiel op beschadiging, bijv. scheuren
• Controle van het rubberprofiel op verlies van elasticiteit door
veroudering
• Controle van de correcte bevestiging
• Activeer de schakelstrip door het rubberprofiel manueel te bedienen
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidsmodule moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
SE-100 C
Advertenties
Inhoudsopgave
