Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
Montage van de veiligheidsschakelcomponent in een schakelkast (IP 54).
De bevestiging gebeurt via snelbevestiging voor DIN rails volgens
EN 60715.
Aan de achterkant van het toestel is een arrêteerelement voorzien
ter bevestiging van de component op DIN rails.
Vibraties groter dan 5 g / 33 Hz moeten vermeden worden.
3.2 Afmetingen
Afmetingen component (H/B/D): 100 x 22,5 x 120 mm
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
4.2 Aansluiting
Alleen het uitgangscontact 11/14/12 is een veiligheidscontact. Het
uitgangscontact 21/24/22 is een signaalcontact.
4.3 Klemmenconfiguratie
14
11
12
A1
A3(+)
S12
A3(+)
A4(-)
S12 S22
sensors
input
relay
output
11
21
12
14
22
24
A2
A4(-)
S22
24
21
22
A1 / A2:
24 VAC/DC
Voedingsspanning aanwezig = LED "power" brandt
Aansluitverbindingen:
• Kabelsectie: 2 x 1,5 mm²
• Capaciteit: 150 nF/km
• Weerstand: 28 Ohm/km
• Bedrijfsspanning aan klemmen A1(+) en A2(-) inschakelen.
• Zender/ontvanger aansluiten: sluit de aansluitingen bruin, wit, groen
van de zender en de ontvanger aan volgens het aansluitvoorbeeld.
• Integreer de veiligheidsuitgang in het machinecircuit: klem 11/14.
• Signaaluitgang 21/22 is geen veiligheidsuitgang en mag uitsluitend als
signaalcontact gebruikt worden (relaisuitgang).
• Als slechts een schakelstrip aangesloten wordt, moet het
veiligheidssignaal gn aan beide ingangsklemmen (S12 en S22)
gevoerd worden.
• Voor de uitgangscontacten moet een smeltveiligheid (6 A traag)
geplaatst worden.
• Een afdoende beschermingscircuit van de uitgangscontacten bij
capacitieve en inductieve lasten.
• Vrijgavecontacten volgens DIN EN 60664-1 veilig gescheiden tot 300 V.
4.4 Aansluitvoorbeelden
Ingangsniveau
SE1
SE-R
SE1
bn
SE-R
gn
bn
wh
gn
wh
gn1
S12
A3(+)
gn1
A3(+)
S12
Aansluiting van 2 schakelstrips (signaalgevers)
SE1
SE-R
SE1
bn
SE-R
gn
bn
wh
gn
wh
gn
A3(+)
S12
gn
S12
A3(+)
Aansluiting van 1 schakelstrip (signaalgever)
Als slechts een veiligheidsschakelstrip SE 40 / SE 70 aangesloten
wordt, worden de klemmen S12/S22 overbrugd.
Schakelstrip niet bediend = dubbele LED "SE" brandt
Uitgangsniveau
L1
11
14
12
N
Veiligheidsuitgang: (uitsluitend contact 11/14)
Schakelstrips niet bediend = veiligheidsuitgang aangestuurd
L1
L1
11
21
14
12
24
22
N
Signaaluitgang:
Het maakcontact en verbreekcontact zijn niet geschikt voor
veiligheidsfuncties!
Voorbeeld signaallamp:
Schakelstrips bediend = signaaluitgang niet actief
NL
SE2
SE-T
SE-R
SE2
SE-T
SE-R
gn
wh
gn
wh
bn
wh
gn2
A4(-)
S22
bn
wh
gn2
A4(-)
S22
SE-T
SE-T
bn
wh
gn
A4(-)
S22
bn
wh
gn
A4(-)
S22
L1
21
24
22
= 11/14 gesloten
= dubbele LED "SE" brandt
= 21/22 gesloten
= dubbele LED "SE" niet actief
SE-100 C
SE-T
bn
SE-T
bn
3
Advertenties
Inhoudsopgave
