12. NETWORK SETTING
Toont menu Netwerkinstellingen. Zie
voor details. Zie
pagina 71
voor details.
13. Nummertoetsen
14. OFF
Schakelt de projector uit. Zie
projector uitschakelen" op pagina 66
voor details.
15. COMPO 1/COMPO 2
Niet ingeschakeld op deze projector.
16. HDMI 1/HDMI 2
Geeft HDMI-signaal weer.
17. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtimings bepaald voor het
weergegeven beeld. Zie
automatisch aanpassen" op pagina 28
voor details.
18. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 36
voor details.
19. LASER
Zendt een zichtbare laserstraal uit voor
presentatiedoeleinden.
20. BRIGHT
Past de helderheid van het beeld aan.
21. CONTRAST
Stelt de mate van verschil tussen donker
en licht in het beeld in.
22. MUTE
Schakelt de audio van de projector in en
uit. Zie
"Het geluid dempen" op pagina 45
voor details.
23. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding. Zie
over de beeldverhouding" op pagina 38
voor details.
24. LAMPMODUS
Toont de selectiebalk voor de lampmodus
(Normaal/Economisch/SmartEco). Zie
"De lampspaarmodus selecteren" op
pagina 46
voor details.
14
Inleiding
"Netwerkinstellingen" op
"De
"Het beeld
"Info
De laseraanwijzer bedienen
De laseraanwijzer is een
hulpmiddel voor professionele
sprekers. Het straalt een rood
licht uit als u erop drukt en het
indicatorlichtje brandt rood.
De laserstraal is zichtbaar. U moet
LASER ingedrukt houden voor
een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of richt de
laserstraal niet op uzelf of op anderen.
Lees de waarschuwingen achteraan op
de afstandsbediening voordat u deze
gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders
dienen zich bewust te zijn van de gevaren van
laserenergie en deze afstandsbediening uit de
buurt van kinderen te houden.
*Afstandsbediening voor Japan
Testtoets fungeert
als snelinsteltoets.