1. Ontluchtingsgaten
De spoel vervangen
Gebruik uitsluitend monofilament maaidraad met een dikte van
1,6 mm. Gebruik originele vervangdraad van de fabrikant voor de
beste prestaties (Toro onderdeelnummer 88511 en 88513).
1. Verwijder de accu.
2. Druk de lipjes aan de zijkant van de spoelhouder in (Figuur
19).
1. Spoelhouder
2. Spoel
3. Trek de spoelhouder omhoog zodat deze uit de weg is en
verwijder de spoel.
Figuur 18
Figuur 19
3. Sleuven
4. Lipjes
4. Let er bij de montage van de nieuwe spoel op dat de
maaidraden door de geleidersleuven van de nieuwe spoel
lopen. Zorg ervoor dat het uiteinde van de maaidraden
ongeveer 152 mm uitsteekt.
5. Steek de maaidraden door het oog. Monteer de nieuwe
spoel zo, dat de maaidraden uitgelijnd zijn met de ogen in
de draadkop.
6. Trek de maaidraden die uit de draadkop steken zo, dat de
maaidraden vrijkomen uit de sleuven in de spoel.
7. Plaats de spoelhouder terug door de lipjes in de sleuven
te drukken en naar beneden te duwen tot de spoelhouder
op zijn plaats klikt.
De maaidraad vervangen
1. Verwijder de accu.
2. Verwijder de spoel. Zie De spoel vervangen (Figuur 19).
1. Sleuf in bovenste
spoelflens
2. Opening
Opmerking: Verwijder oude maaidraad die achtergebleven
is op de spoel.
3. De spoel kan tot 4,5 m maaidraad bevatten. Gebruik
uitsluitend monofilament maaidraad met een dikte van
1,6 mm.
Opmerking: Gebruik geen andere diktes of types
maaidraad; dit kan de trimmer beschadigen.
4. Steek de maaidraad in de ankeropeningen in het bovenste
gedeelte van de spoel (Figuur 20). Wind de maaidraad op
de spoel in de richting die de pijlen op de spoel aangeven.
5. Plaats de maaidraad in de sleuf van de bovenste spoelflens.
Laat ongeveer 152 mm uitsteken voorbij de sleuf.
6. Herhaal stappen 4 en 5 voor de onderste maaidraad.
Opmerking: Niet te vol vullen. Nadat u de maaidraad op
de spoel hebt gewonden, moet er minstens 6 mm tussen de
opgewonden maaidraad en de buitenrand van de spoel zijn.
7. Plaats de spoel en de spoelhouder terug. Raadpleeg het
hoofdstuk 'De spoel vervangen' eerder in deze handleiding.
13
Figuur 20
3. Sleuf in onderste
spoelflens