Inhoudsopgave
Advertenties
Grenswaarden van de comfortindicatie instellen
Opmerking:
U moet nog in de instelmodus voor de alarmgrenswaarde zijn,
om een aanpassing van deze instelling te kunnen uitvoeren!
Druk na het instellen van de alarmdrempelwaarde niet op de
toets ESC, maar nogmaals kort op de toets ALARM. De onderste
grenswaarde van de comfortindicatie wordt op het display
weergegeven en de symbolen van de comfortindicatie
gaan knipperen.
1. Druk op
of
, om de onderste grenswaarde van de
comfortindicatie te verhogen, resp. te verlagen.
2. Druk op de toets ALARM, voor het omschakelen naar het
instellen van de bovenste grenswaarde.
3. Druk op
of
, voor het verhogen resp. verlagen van
de bovenste grenswaarde van de comfortindicatie.
4. Druk op de toets ESC, voor het verlaten van de modus en
het overnemen van de ingestelde waarde.
Weergave van maximale/minimale waarde
Het apparaat slaat de hoogste en laagste waarden van de
weergave op. Ga voor het opvragen van deze waarden als volgt
te werk:
1. Druk op de toets MAX MIN.
ð Op het display verschijnt MAX en de hoogste gemeten
waarden voor kooldioxide, temperatuur en relatieve
luchtvochtigheid worden weergegeven.
2. Druk opnieuw op de toets, voor weergave van de minimale
waarden (MIN).
3. Druk op de toets ESC, om deze modus te verlaten.
Achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting wordt ingeschakeld als een van de
toetsen ALARM, MAX MIN,
achtergrondverlichting schakelt na ca. 20 seconden weer uit,
als het apparaat niet wordt gebruikt. Druk op de toets ESC, om
deze modus te verlaten.
Weergave °C/°F instellen
Door het drukken op de toets °C/°F aan de achterzijde van het
apparaat, kunt u omschakelen tussen weergave in graden
Celsius of graden Fahrenheit.
Opname starten
Druk op de toets REC op de achterzijde van het apparaat en
houd deze ca. 5 seconden ingedrukt, om de meetwaarden te
registreren.
Opmerking:
U moet de al in het apparaat opgeslagen meetwaarden eerst
opslaan of wissen, als u een nieuwe opname wilt starten.
Nadere aanwijzingen hiervoor kunt u vinden in de paragraaf
"Software gebruiken".
NL
of
wordt ingedrukt. De
CO₂-luchtkwaliteit-datalogger BZ30
Software gebruiken
Tot de leveromvang van het apparaat behoort Multiple-
datalogger-software. Deze dient voor het uitlezen en verder
verwerken van meetapparaatgegevens als het apparaat is
aangesloten op een computer of notebook. De gegevens kunnen
direct grafisch worden weergegeven in de software of als Excel-
tabel, resp. in vergelijkbare programma's worden weergegeven.
De belangrijkste functies verschijnen in alle hoofdvensters.
Vereist besturingssysteem:
Windows 2000 / Windows XP / Vista / Windows 7/ Windows 8 /
Windows 10
Minimale hardware-eisen:
PC of notebook met Pentium 90 MHz of hoger, 32 MB RAM;
minimaal 7 MB vrije opslagruimte op de harde schijf voor het
installeren van de Multiple-datalogger-software. Aanbevolen
beeldschermresolutie 1280 ×1024 met High-Color-kleuren
(32 Bit).
Opstarten van de communicatie
1. Verbind de logger met de meegeleverde kabel met de
USB-aansluiting van een PC. U kunt meerdere loggers
tegelijkertijd op een PC aansluiten.
2. Het Multiple-datalogger-softwareprogramma opstarten.
3. Is de verbinding met succes tot stand gebracht, toont het
veld Instrument het betreffende symbool voor de logger.
Geregistreerde gegevens importeren
Info
Voor het uitlezen moet de opnamemodus (toets REC op
het apparaat) worden beëindigd! Hiervoor de
aanwijzingen van de software opvolgen.
Er zijn twee mogelijkheden voor het importeren van de
geregistreerde gegevens van de logger:
1. Selecteer het symbool van de logger in het veld
Instrument. Door rechtsklikken met de muis opent een
dialoogveld. Selecteer daar het menupunt Read Datalogger
Data, voor het importeren van de gegevens.
2. Klik naar keuze op het symbool
voor het lezen van de door de logger geregistreerde
gegevens.
ð Zijn de meetwaarden met succes overgedragen,
verschijnt het gegevensgrafiekvenster. De grafiek toont
drie kanalen: CO2 (rood), Temperatuur (groen) en
Relatieve luchtvochtigheid (blauw).
op de gereedschapbalk,
7
Advertenties
Inhoudsopgave
