Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening
Accu plaatsen
Plaats voor het eerste gebruik de accu in het apparaat. Een
3,7 V accu wordt meegeleverd. Deze dient niet voor permanente
voeding, maar alleen ter overbrugging van korte, stroomloze
perioden.
Ga voor het inbouwen van de accu als volgt te werk:
1. Schuif de ophangbeugel van het batterijvak aan de
achterzijde van het apparaat naar rechts.
2. Plaats de accu met de polen op de goede plaats in het
apparaat (+/-).
3. Sluit het batterijvak, door de beugel in tegengestelde
richting over het batterijvak te schuiven.
Netdeel aansluiten
Het apparaat voor gebruik met het meegeleverde netdeel
aansluiten op het stroomnet.
Inbedrijfstelling
Druk ca. 1 seconde op de toets
apparaat voor het inschakelen van het apparaat. Het apparaat
start daarna de opwarmfase van 120 seconden.
6
op de achterzijde van het
CO₂-luchtkwaliteit-datalogger BZ30
Datum en tijd instellen
Op de toets Clock drukken en ca. 4 seconden ingedrukt houden,
voor het instellen van de datum en tijd. De dagindicatie gaat
knipperen. Druk opnieuw op de toets, voor het selecteren van
jaar, maand, dag, uren en minuten. Druk op een van de beide
toetsen
of
, om het op de display weergegeven
knipperende getal te verhogen of te verlagen. Druk op de
toets ESC, zodra u de gewenste instelling voor datum en tijd
bereikt, voor het verlaten van de modus en het opslaan van de
ingestelde waarde.
Info
U kunt de plaats van dag, maand en jaar binnen de
meegeleverde software wijzigen. Nadere informatie
hierover kunt u vinden in de paragraaf "Software
gebruiken".
Hold-functie
Druk op de toets
(hold), voor permanente weergave van de
weergegeven waarden op het display.
Info
In de opnamemodus: Toets /REC indrukken en
ingedrukt te houden, om de opname te stoppen.
Alarmfunctie
Het apparaat heeft een alarmfunctie, die signaleert of de eerder
vastgelegde CO
-grenswaarde wordt overschreden.
2
Ga voor het activeren van de alarmfunctie als volgt te werk:
1. Druk op de toets ALARM.
ð De alarmfunctie is geactiveerd en het alarmsymbool
verschijnt op het display. Zodra de gemeten waarde de
eerder vastgelegde grenswaarde overschrijdt, klinkt een
alarmsignaal en knipperen de toetsen onder het display
rood.
2. Druk opnieuw op de toets, om de alarmmodus te verlaten,
resp. te deactiveren.
Grenswaarde voor de alarmfunctie instellen
Ga voor het instellen van een nieuwe grenswaarde als volgt te
werk:
1. Druk op de toets ALARM en houd deze ca. 5 seconden
ingedrukt.
ð De eerder ingestelde grenswaarde verschijnt op het
display en het alarmsymbool
2. Druk op
of
, om het op de display weergegeven
getal te verhogen of te verlagen.
3. Daarna kunt u op de toets ESC drukken, om de modus te
verlaten en de ingestelde waarde over te nemen of de
grenswaarde van de comfortindicatie te wijzigen.
op het display knippert.
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
