5
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen.
・ Het scherpstelpunt wordt groen weergegeven wanneer de camera
scherpstelt. Als de camera niet in staat is om scherp te stellen,
knipperen de AF‑gebiedshaken.
・ De AF‑hulpverlichting gaat mogelijk branden om het scherpstellen
te ondersteunen als het onderwerp slecht belicht is.
・ Als de camera een gezicht of ogen van mensen detecteert,
licht het scherpstelpunt groen op wanneer op het onderwerp
is scherpgesteld. Het scherpstelpunt knippert rood wanneer de
camera niet kan scherpstellen.
38
Foto's maken (b automatisch)