Product- en veiligheidsinformatie
Netwerkdiensten en kosten
U kunt uw -apparaat alleen gebruiken in een GSM 900, 1800 MHz-netwerken. U moet beschikken over een abonnement bij een
serviceprovider.
Voor het gebruik van sommige functies en het downloaden van inhoud is verbinding met een netwerk vereist, wat kan leiden tot
kosten voor gegevensverkeer. Mogelijk moet u zich ook abonneren op sommige functies.
Noodoproepen
1. Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
2. Controleer of de signaalontvangst voldoende is.
Mogelijk moet u ook de volgende stappen uitvoeren:
•
Plaats een SIM-kaart in het apparaat.
•
Schakel de oproepbeperkingen in uw apparaat, zoals het blokkeren van oproepen, vaste nummers of beperkte groep
gebruikers uit.
•
Als de apparaattoetsen vergrendeld zijn, ontgrendelt u deze.
3. Druk meerdere malen op de eindetoets, totdat het startscherm wordt weergegeven.
4. Voer het officiële alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie.
5. Druk op de beltoets.
6. Geef de benodigde informatie zo nauwkeurig mogelijk op. Beëindig de oproep pas als u hiervoor toestemming hebt gekregen.
Belangrijk: Als uw telefoon internetoproepen ondersteunt, moet u zowel mobiele als internetoproepen activeren. De
telefoon kan noodoproepen zowel via het mobiele netwerk als via uw serviceprovider voor internetoproepen proberen te
kiezen. Verbindingen kunnen niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Vertrouw nooit alleen op een
draadloze telefoon voor het tot stand brengen van essentiële communicatie, bijvoorbeeld bij medische noodgevallen.
Uw apparaat onderhouden
Behandel uw apparaat, batterij, lader en toebehoren met zorg. Met de volgende suggesties houdt u uw apparaat in werking.
•
Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die
corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Als het apparaat nat wordt, verwijdert u de batterij en laat u het
apparaat drogen.
•
Gebruik of bewaar het apparaat niet op stoffige of vuile plaatsen.
•
Bewaar het apparaat niet bij zeer hoge temperaturen. Hoge temperaturen kunnen het apparaat of de batterij beschadigen.
•
Bewaar het apparaat niet bij zeer lage temperaturen. Wanneer het apparaat weer opwarmt tot de normale temperatuur,
kan binnen in het apparaat vocht ontstaan waardoor het beschadigd kan raken.
•
Open het apparaat niet op een andere manier dan in de gebruikershandleiding wordt voorgeschreven.
•
Niet-goedgekeurde aanpassingen kunnen het apparaat beschadigen en kunnen in strijd zijn met de regelgeving met
betrekking tot radioapparaten.
•
Laat het apparaat niet vallen en stoot of schud niet met het apparaat. Een ruwe behandeling kan het beschadigen.
•
Het oppervlak van het apparaat mag alleen worden gereinigd met een zachte, schone, droge doek.
•
Verf het apparaat niet. Verf kan een correcte werking belemmeren.
•
Voor optimale prestaties kunt het apparaat het beste zo nu en dan uitschakelen en de batterij verwijderen.
•
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en magneetvelden.
•
Om ervoor te zorgen dat uw belangrijke gegevens veilig zijn opgeborgen, moet u deze op minstens twee afzonderlijke
plaatsen bewaren, bijvoorbeeld op uw apparaat, geheugenkaart of computer, of belangrijke informatie noteren.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en bevordert u het hergebruik
© 2014 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
18