Wat gedaan als . . . ?
Aan de meeste storingen kan u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd
en kosten omdat u dan geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde
storing te vinden en uit de weg te ruimen. Hou wel het volgende in acht:
,
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een
erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet
te onderschatten risico's opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Om de storingen in de tabellen beter terug te vinden, zijn die in de volgende ru-
brieken ingedeeld:
– Het programma gaat niet van start.
– Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld.
– Het wasprogramma verloopt als gewoonlijk, hoewel er toch een storing wordt
gemeld.
– Algemene storingen of een niet bevredigend wasresultaat.
Het programma gaat niet van start.
Storing
Het controlelampje
Kreukbeveili-
ging/Einde brandt
niet.
Als u het programma
Pompen/Centrifuge-
ren kiest, gaat het
programma niet van
start.
Na afloop van een
programma kan u
geen programma
starten.
38
Mogelijke oorzaak
De wasautomaat
krijgt geen stroom.
De wasautomaat
werd nog niet naar
behoren in bedrijf
gesteld.
De programmakiezer
werd niet via de
stand Einde ge-
draaid.
Oplossing
Kijk eens na of
– de toesteldeur goed dicht is.
– de stekker ingestoken is.
– de smeltveiligheden in orde
zijn.
Stel de wasautomaat in bedrijf als
beschreven in de rubriek "Het
toestel in bedrijf stellen".
Draai de programmakiezer in de
stand Einde . Probeeer het pro-
gramma opnieuw te starten.