Aandachtspunten bij vervoer en gebruik van de camera
•
Gebruik of bewaar de camera niet in een hete omgeving of in rechtstreeks zonlicht.
•
Vermijd hete en vochtige plaatsen. Met name auto's kunnen van binnen zeer heet worden.
•
Deze camera functioneert naar behoren bij een temperatuur van 0°C tot 40°C.
•
Het LCD (liquid crystal display) wordt zwart bij hoge temperaturen, maar werkt weer nor-
maal bij een normale omgevingstemperatuur.
•
De reactiesnelheid van de vloeistofkristallen van het LCD wordt traag bij lage tempera-
turen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en wijst niet op een defect.
•
Als de camera wordt blootgesteld aan plotselinge temperatuurschommelingen, kan aan de
binnen- en buitenkant condensvorming optreden. U kunt in dergelijke gevallen de camera
het best in een tas of een plastic zak doen en hem er pas uithalen als het temperatuurver-
schil minimaal is geworden.
•
Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien de
camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera komen,
veeg deze dan weg.
•
Druk niet met kracht op het LCD. De kans bestaat dat het LCD hierdoor breekt of niet meer
naar behoren functioneert.
•
Als u de camera op een statief bevestigt, draai de schroef dan niet te ver in de
statiefaansluiting van de camera.
9 9