Afvoerlucht afvoeren
• De afvoerlucht van het apparaat bevat de overtollige
warmte uit de te koelen ruimte. Daarom wordt het
aanbevolen de afvoerlucht af te voeren naar buiten.
• Het uiteinde van de afvoerluchtslang kan door het
geopende raam worden geleid. Zet het geopende raam evt.
met de betreffende hulpmiddelen vast, zodat het uiteinde
van de afvoerluchtslang niet kan wegglijden.
• Het uiteinde van de afvoerluchtslang kan in een gekanteld
raam worden gehangen.
Hiervoor wordt het gebruik van een raamafdichting
aanbevolen (optioneel).
• Leg de afvoerluchtslang stijgend in de
luchtstromingsrichting.
• De aangesloten slang mag geen ontstekingsbron bevatten.
Voorbeeld met afvoerluchtslang:
NL
Volg de volgende aanwijzingen voor het leggen van de
luchtafvoerslang op:
• Voorkom het knikken van de luchtafvoerslang. Knikken
leiden tot het verzamelen van vochtige afvoerlucht, het
apparaat raakt oververhit en schakelt uit.
• De afmetingen van de luchtafvoerslang zijn speciaal
afgestemd op het apparaat. Vervang of verleng deze niet
door/met andere slangen. Dit kan apparaatstoringen
veroorzaken.
lokale airconditioner PAC 2010 E / PAC 2610 E
≥40 cm
≤130 cm
11