Inhoud
Aansluitingen
WPA (Wi-Fi Protected Access)
Dit is een door de Wi-Fi Alliantie vastgestelde beveiligingsstandaard.
Naast de conventionele SSID (netwerknaam) en WEP-sleutel
(netwerksleutel) wordt een functie voor gebruikersidentificatie en een
encryptieprotocol gebruikt om de veiligheid te vergroten.
WPA2 (Wi-Fi Protected Access 2)
Dit is een nieuwere versie van de door de Wi-Fi Alliantie vastgestelde
WPA die compatibel is met de veiligere AES-encryptie.
WPA-PSK/WPA2-PSK (Pre-shared Key)
Dit is een eenvoudig authenticatieprotocol voor onderlinge authenticatie
wanneer een vooraf gekozen tekenreeksen op het toegangspunt van het
draadloze LAN en de cliënt met elkaar overeenkomen.
WPA2/WPA3-Personal
De modus WPA2/WPA3-Personal werd gedefinieerd door Wi-Fi Alliance
om de verstoring van de gebruiker te minimaliseren en een geleidelijk
migratiepad naar WPA3-Personal te bieden, terwijl de interoperabiliteit
met apparaten die alleen WPA2-Personal ondersteunen, behouden blijft.
Voorpaneel
Display
Weergave
Instellingen
WPA3-Personal
WPA3-Personal vervangt de WPA2-Personal PSK-authenticatie (Pre-
Shared Key) met SAE (Simultaneous authentication of equals). In
tegenstelling tot PSK, is SAE bestand tegen offline
woordenboekaanvallen.
Network Namen (SSID: Service Set Identifier)
Wanneer draadloze LAN-netwerken worden gevormd, worden groepen
gevormd om storing, gegevensdiefstal enz. te voorkomen. Deze groepen
zijn gebaseerd op "SSID (netwerknamen)". Voor een verbeterde
beveiliging wordt een WEP-sleutel ingesteld zodat communicatie niet
beschikbaar is, tenzij zowel "SSID" als de WEP-sleutel overeenkomen. Dit
is geschikt voor het opbouwen van een vereenvoudigd netwerk.
®
213
Achterpaneel
Afstandsbediening
Tips
Appendix
Index