Hoofdstuk 2 Basisbewerkingen
De systeeminformatie weergeven
Met uw apparaat kunt u de ingebouwde specificaties gemakkelijk weergeven.
OPMERKING
De systeeminformatie weergeven:
1. Tik op
> Instellingen (Settings) > tabblad Systeem (System) >
pictogram Systeeminformatie (System Information)
2. Tik op het tabblad Apparaatinformatie (Device Info) om de
specificaties van het apparaat weer te geven. Hiermee worden
verschillende gegevens weergegeven, zoals de apparaat-ID, het
systeemgeheugen en de draadloze capaciteiten.
3. Tik op het tabblad Versie (Version) om andere informatie over het
apparaat weer te geven.
Informatie invoeren
U kunt op een van de volgende manieren informatie invoeren op uw
apparaat:
•
Gebruik het invoerpaneel om tekst in te voeren met het
softwaretoetsenbord, de Letterherkenner (Letter Recognizer), de
Blokherkenner (Block Recognizer) of de Overschrijver (Transcriber)
•
Schrijf rechtstreeks op het scherm met de pen
•
Maak tekeningen op het scherm
•
Spreek in de microfoon van het apparaat om een bericht op te nemen
•
Gebruik Microsoft
desktopcomputer te synchroniseren naar uw apparaat
Tekst invoeren via het invoerpaneel
Gebruik het invoerpaneel om informatie in elk programma van uw
apparaat in te voeren. U kunt typen met het softwaretoetsenbord. In elk
van deze gevallen verschijnen de tekens als getypte tekst op het scherm.
Tik op
om het invoerpaneel weer te geven of te verbergen. Tik op
om de invoeropties weer te geven.
OPMERKING
Basisbewerkingen
De gegevens die op de schermen met
systeeminformatie worden weergegeven, kunnen niet
worden gewijzigd.
®
®
ActiveSync
om de gegevens van uw
verschijnt alleen naast
invoerpaneel niet verborgen is.
wanneer het
11