Pagina 2
De productgarantie of het onderhoud zal niet geldig zijn indien: (1) het product werd gerepareerd, gewijzigd of aangepast, tenzij dergelijke reparatie, wijziging of aanpassing schriftelijk werd goedgekeurd door ASUS; of (2) het serienummer van het product werd beschadigd of ontbreekt.
• Hoofdstuk 1 - Aan de slag! ............1-1 In dit hoofdstuk maakt u kennis met de ASUS MyPal A620 Pocket- PC, leert u hoe u deze moet instellen en opstarten, en ziet u de basisschermen waarmee u zijn talrijke functies leert kennen.
• Bonus CD (optioneel) • CF FM-radiokaart • Slede met kabel • Gebruiksaanwijzing • CF GPRS-kaart • AC-adapter met stekker • Snelstartgids (UL/CEE/UK/SAA/CCEE) • Garantiekaart • GPS-muis Toetsenbord Engelse versie. Bezoek de website van ASUS om te zoeken naar toetsenborden in andere taalversies.
Hoofdstuk 1 Aan de slag! ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Kennismaken met MyPal ........1-2 Functies op de voorzijde ............1-2 Functies aan de linkerzijde ............1-3 Functies op de bovenzijde ............1-4 Functies op de onderzijde ............1-4 Functies op de achterzijde ............1-5 De pen ..................
Kennismaken met MyPal De ASUS ® MyPal A620 is een uitstekende partner op elke plaats waar u ® zich bevindt. Dankzij de krachtige 400MHz Intel PXA255 processor, 64MB SDRAM, 32MB Flash ROM, en de meest recente Microsoft Pocket PC 2003, samen met een ruime waaier aan nuttige hulpprogramma’s,...
• Knoppen ASUS-starter, Agenda, Taken en Contactpersonen - hiermee krijgt u snel toegang tot vaak gebruikte programma’s. • Navigatieknop - functies zoals de vier pijltoetsen en de Entertoets op een toetsenbord.
Functies op de bovenzijde Aansluiting hoofdtelefoon CF-kaartsleuf • Aansluiting hoofdtelefoon - voor het aansluiten van een hoofdtelefoon. • CF-kaartsleuf - biedt plaats voor een CF-kaart (CompactFlash). Zie lijst van ondersteunde CF-kaarten op pagina iv. • Pen - wordt gebruikt om op het LCD-aanraakscherm te tikken of te schrijven.
Functies op de achterzijde Klep CF-kaartsleuf Resetschakelaar • Resetschakelaar - hiermee kunt u een zachte reset uitvoeren indien het apparaat niet correct werkt, of wanneer een toepassing vastloopt. Druk met de punt van de pen op de schakelaar om het systeem opnieuw in te stellen (reset).
De slede De slede heeft drie aansluitingen. • Apparaataansluiting - houdt het apparaat op zijn plaats. Dit is een 26-pins aansluiting die past op de aansluiting op de onderzijde van het apparaat. • USB-aansluiting - synchroniseert het apparaat met uw PC. OPMERKING De USB-kabel/aansluiting aan de achterzijde van de slede is niet afneembaar.
MyPal installeren Op de slede plaatsen Plaats het apparaat op de slede zoals weergegeven. Zorg dat de aansluitingen tegenover elkaar liggen en plaats het apparaat voorzichtig tot het op zijn plaats klikt. De voedingsadapter aansluiten • Sluit de kabel van de voedingsadapter aan op de aansluiting op de achterzijde van de slede.
"Optionele accessoires" op pagina iv van deze handleiding. Installeer een CF-kaart voor extra opslagruimte, of indien u de back- upfuncties van ASUS wilt gebruiken. Een CF-kaart installeren: 1. Kies de kant van de kaart met de vrouwelijke 50-pins aansluiting en plaats de kaart met deze kant in de sleuf.
Een CF-kaart verwijderen: 1. Verwijder het klepje van de CF-kaartsleuf door op het tandje op het oppervlak te duwen en de klep naar buiten te schuiven. Tand op oppervlak van klep 2. Schuif de CF-kaart uit de sleuf. 3. Plaats de klep terug op de sleuf. Aan de slag!
De batterij laden Uw apparaat bevat een herlaadbare Lithium- ion batterij. U moet de batterij laden voordat u het apparaat voor de eerste maal gebruikt. Het laden van de batterij wordt gestart zodra u de voedingsadapter aansluit op de voedingsbron. Gebruik zo veel mogelijk de voedingsadapter om uw apparaat aan te sluiten op een voedingsbron, vooral wanneer u een modem of andere randapparatuur of...
Basisschermen van MyPal Scherm Vandaag Standaard wordt het scherm Vandaag weergegeven wanneer u het apparaat elke dag voor de eerste maal inschakelt. OPMERKING Als het apparaat reeds is ingeschakeld en het scherm een ander programma weergeeft, kunt u het scherm Today (Vandaag) weergeven door te tikken op het pictogram .
Startmenu In het Startmenu kunt u programma’s, instellingen en helponderwerpen selecteren. Als u het Startmenu wilt weergeven, tikt u op het pictogram bovenaan in het scherm. Tik om een recent gebruikt programma te openen Tik om een programma te openen Tik om het programmamenu te openen Tik om het Instellingsmenu te openen Tik om de helponderwerpen weer te geven...
Opdrachtenbalk Onderaan op het scherm vindt u de opdrachtenbalk. U kunt de menu’s en knoppen in de opdrachtenbalk gebruiken om taken in programma’s uit te voeren. OPMERKING De menu’s en knoppen variëren in functie van de programma’s die u gebruikt. Tik om menu-opdrachten Tik om knopopdrachten Tik om het invoerpaneel...
Pagina 18
De pop-upmenu’s zijn ook beschikbaar in de meeste andere programma’s op uw apparaat. De items in het pop-upmenu variëren naargelang het programma of de toepassing. Het pop-upmenu van File Explore (Bestandsverkenner) bevat bijvoorbeeld meer items dan dat van Taken. Tik buiten het pop-upmenu om het te sluiten zonder een actie uit te voeren Tik op de actie die u wilt uitvoeren Tik en houd tot het pop-upmenu verschijnt...
Pagina 19
Instellingen aanpassen ............2-13 Geluiden en berichten selecteren .......... 2-15 Programma’s toevoegen of verwijderen ........ 2-15 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ ASUS-hulpprogramma’s ........2-19 ASUS SmartKeeper ............... 2-19 ASUS Back-up ............... 2-25 ASUS-instellingen ..............2-31 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Bijgeleverde programma’s......... 2-35 ASUS-programma’s ...............
Informatie invoeren U kunt informatie invoeren op uw apparaat op een van de volgende manieren. • Gebruik het invoerpaneel om tekst in te voeren via het zachte toetsenbord of de letterherkenner • Schrijf rechtstreeks op het scherm met de pen •...
Wanneer u het invoerpaneel en het zachte toetsenbord gebruikt, zal uw apparaat het woord dat u typt voorspellen en het weergeven boven het invoerpaneel. Wanneer u tikt op het weergegeven woord, wordt het ingevoegd in uw tekst op het invoegpunt. Hoe meer u dit apparaat gebruikt, hoe meer woorden het zal kunnen voorspellen.
De blokherkenner gebruiken: Met de blokherkenner kunt u tekenaanslagen invoeren die gelijkwaardig zijn aan het gebruik bij andere apparaten. 1. Tik op de pijl naast de knop voor het invoerpaneel en tik op Blokherkenner. 2. Schrijf een letter in het vak. Wanneer u een letter schrijft, wordt deze geconverteerd naar getypte tekst die op het scherm verschijnt.
Schrijven op het scherm In elk programma dat schrijven ondersteunt, zoals het programma Notities, en het tabblad Notities van Agenda, Contactpersonen en Taken, kunt u de pen gebruiken om rechtstreeks op het scherm te schrijven. Schrijf op dezelfde manier zoals u dat doet op papier. U kunt de geschreven tekst bewerken en opmaken en de informatie op een later tijdstip converteren naar tekst.
Uw handschrift bewerken: 1. Tik en houd de pen naast de tekst die u wilt selecteren, tot het invoegpunt verschijnt. 2. Sleep de pen, zonder hem op te heffen over de tekst om deze te selecteren. Als u per ongeluk op het scherm schrijft, tik dan op Tools (Extra) en vervolgens op Ongedaan maken en probeer het opnieuw.
Als de conversie niet correct is, kunt u verschillende woorden selecteren in een lijst met alternatieven, of keert u terug naar het oorspronkelijke handschrift. 1. Tik en houd de pen op het onjuiste woord. 2. Tik in het popup-menu op Alternates (Alternatieven) om een lijst weer te geven met alternatieve woorden voor de selectie.
Tekenen op het scherm U kunt tekenen op het scherm op dezelfde manier zoals u schrijft op het scherm. Het verschil tussen tekenen en schrijven is de manier waarop u items selecteert en hoe u ze kunt bewerken. U kunt bijvoorbeeld de grootte van geselecteerde tekeningen wijzigen.
Een bericht opnemen In elk programma waar u kunt schrijven of tekenen op het scherm, kunt u ook snel gedachten, herinneringen en telefoonnummers opnemen door een bericht op te nemen. In Agenda, Taken en Contactpersonen kunt u opnames toevoegen aan het tabblad Notities. In het programma Notities kunt u een alleenstaande opname maken, of een opname opnemen in een geschreven notitie.
Het opnameformaat wijzigen: 1. Tik in de notitielijst op Tools (Extra) en daarna op Option (Opties). 2. Tik op de koppeling Global Input Option (Algemene invoeropties). 3. Tik op het tabblad Option (Opties). Mobile Voice is een 2,4KB audio codec. Dit is het aanbevolen formaat omdat het goede spraakopnames biedt en minder opslagruimte eist.
Informatie zoeken en ordenen Met de functies Find (Zoeken) en Help op uw apparaat kunt u snel informatie terugvinden. Informatie zoeken: 1. Tik op en vervolgens op Find (Zoeken). 2. Voer de tekst in die u wilt vinden, selecteer een gegevenstype en tik op Go om het zoeken te starten.
De Bestandsverkenner gebruiken De Bestandsverkenner gebruiken om bestanden te zoeken en te ordenen: 1. Tik op en vervolgens op Programs (Programma’s). 2. Tik in het programmascherm op het pictogram File Explore (Bestandsverkenner) om de bestanden op uw apparaat weer te geven.
Power (Vermogen). Weergave van het resterende batterijvermogen op een staafdiagram. • Today (Vandaag). Pas het uiterlijk aan en de informatie die op het scherm Vandaag wordt weergegeven. OPMERKING Raadpleeg de sectie "ASUS hulpprogramma’s" verder in dit hoofdstuk voor details over de bijgeleverde ASUS- programma’s. Basiskennis 2-13...
Pagina 32
De datum- en tijdsinstellingen wijzigen: 1. Tik op Settings (Instellingen) en vervolgens op System (Systeem). 2. Tik op het pictogram Clock (Klok). 3. Pas de gewenste instellingen aan. Tik om een tijdzone te selecteren Markeer een tijdsitem en tik vervolgens op de pijl omhoog of omlaag om het in te stellen Tik op deze pijl omlaag om de Agenda weer te geven...
Geluiden en berichten selecteren Uw apparaat kan u op verschillende manieren herinneren aan bepaalde zaken die u moet doen. Als u bijvoorbeeld een afspraak in de Agenda hebt ingevoerd, een taak met een vervaldatum, of een alarm in de Klok, zal dit op een van de volgende manieren worden gemeld.
Programma’s toevoegen of verwijderen Programma’s die in de fabriek zijn toegevoegd aan uw apparaat zijn opgeslagen in de ROM (Alleen-lezen geheugen). U kunt deze software niet verwijderen, en u zult nooit per ongeluk ROM-inhoud kunnen verliezen. ROM-programma’s kunnen worden bijgewerkt met installatieprogramma’s met een *.xip-extensie.
5. Dubbelklik op het *.exe-bestand. • Als het bestand een installatieprogramma is, wordt de installatiewizard gestart. Volg de richtlijnen op het scherm. Nadat de software op uw computer is geïnstalleerd, zal het installatieprogramma de software automatisch overdragen naar uw apparaat. •...
Een programma toevoegen aan het Startmenu: 1. Tik op , Settings (Instellingen), Menus, tik op het tabblad Start Menu en tik op het selectievakje voor het programma. Als het programma niet in de lijst staat kunt u Bestandsverkenner gebruiken op het apparaat om het programma te verplaatsen naar de map van het startmenu, of ActiveSync gebruiken op de computer om een snelkoppeling te maken naar het programma en plaats deze snelkoppeling in de map van het startmenu.
Naast het Microsoft-programma, waarmee u een back-up kunt maken van uw gegevens, beschikt uw apparaat ook over eigen hulpprogramma’s van ASUS. Met de hulpprogramma’s van ASUS kunt u een back-up maken van uw gegevens en ze terugzetten, en instellingen aanpassen om uw apparaat aan te passen en zijn gebruik te optimaliseren.
4. Activeer in het scherm Automatic (Automatisch) het selectievakje Automatic system backup (Automatische systeemback-up) om de automatische back-up in te schakelen. Dit vakje is standaard ingeschakeld. Wanneer SmartKeeper ingesteld is op Automatic (Automatisch), controleer dan of de CF-geheugenkaart (64MB vrije ruimte aanbevolen) aanwezig is in de CF-kaartsleuf.
Een back-up maken van de huidige systeemstatus: 1. Controleer of de CF-geheugenkaart in de sleuf is geplaatst. Als u tikt op Ja zonder dat er een CF-geheugenkaart aanwezig is, wordt een foutmelding weergegeven. 2. Tik op Ja op het venster van het schermbericht om de back-up te starten.
Pagina 40
Wanneer het apparaat UIT is Wanneer u een lage batterijstatus ziet terwijl het apparaat in stand-by staat of UIT is, zal SmartKeeper het systeem activeren om een back-up te maken van de systeemstatus. Een back-up uitvoeren: 1. SmartKeeper controleert of de CF-geheugenkaart zich reeds in de sleuf bevindt.
Het systeem heeft een laag Als de automatische back-up batterijvermogen gedetecteerd, en mislukt is omdat er een heeft geprobeerd een back-up te maken van de systeemstatus op 2003/ systeemfout is opgetreden. 04/08, 10:21:27 AM. Back-up mislukt! Systeemfout. Handmatige back-up gebruiken: 1.
Foutberichten SmartKeeper Wanneer u een back-up maakt van de systeemstatus of deze herstelt, kunt u een van de volgende foutberichten ontvangen. De berichten vertellen u de reden waarom de fout is opgetreden. Back-up Herstellen 2-24 Hoofdstuk 2...
ASUS Back-up Met het hulpprogramma ASUS Back-up kunt u een back-up maken van uw systeembestanden en/of gegevens die zich in het hoofdgeheugen van het systeem bevinden. In tegenstelling tot de automatische back- upfunctie van ASUS SmartKeeper, die een back-up maakt van de volledige systeemstatus (systeem en gegevens) in één back-upbestand,...
Een back-up maken van alle gegevens op uw apparaat: 1. Keer terug naar het scherm van de ASUS-programma’s en tik op het pictogram ASUS Backup (ASUS Back-up). 2. Tik op het tabblad Backup in het scherm van ASUS Back-up.
7. Tik op OK. Alleen een back-up maken van PIM-gegevens op uw apparaat: 1. Tik op het scherm ASUS Backup op de knop PIM Data om alleen een back-up te maken van de gegevens van het persoonlijk informatiemanagement (PIM) op uw apparaat .
Pagina 46
4. Typ een naam voor uw back- upbestand en de map waar u het wilt plaatsen. U kunt ervoor kiezen om geen map te definiëren. 5. Activeer de selectievakjes naast de items waarvan u een back-up wilt maken of tik op Select All (Alles Selecteren) om alle weergegeven items te selecteren.
CF-geheugenkaart in de CF- sleuf plaatsen wanneer u gegevens herstelt. Anders verschijnt het bericht "Geen opslagapparaten gevonden!" 2. Tik in het scherm van de ASUS- programma’s op het pictogram ASUS Backup. Sluit alle actieve programma’s af wanneer u hierom wordt gevraagd.
De PIM-gegevens herstellen vanaf de CF-geheugenkaart: 1. Tik in het scherm van ASUS Back-up op PIM Data (PIM- gegevens). 2. Wanneer u dit wordt gevraagd, selecteert u de CF-kaart waar u uw back-upbestand hebt opgeslagen. 3. Tik op het tabblad Restore (Herstellen).
Settings (Instellingen). 2. Tik op het tabblad System (Systeem) onderaan in het instellingenscherm. 3. Tik op het pictogram van de ASUS Settings (ASUS instellingen) om het scherm met de systeeminformatie weer te geven. Dit scherm wordt telkens weergegeven wanneer u op het tabblad Info tikt.
De weergave-instellingen wijzigen: 1. Tik op het tabblad Display (Beeld). 2. Stel de graad van helderheid in terwijl op batterijvermogen wordt gewerkt door te tikken op de pijl omlaag en een waarde te selecteren, of door de schuifregelaar naar links of naar rechts te slepen tot u de gewenste helderheid bereikt.
Pagina 51
De microfooninstellingen wijzigen: Tik op het tabblad AGC om de instellingen voor de microfoongevoeligheid en de automatische versterkingsregeling (AGC) aan te passen. Met de AGC-functies kunt u het niveau voor de opname en de omgevingsruis aanpassen. • MIC Sensitivity (Gevoeligheid Microfoon) bestuurt de invoer van de geluidsopname.
Autorun-apparaten selecteren: Tik op het tabblad Autorun om de bronapparaten te selecteren voor het uitvoeren van het autorun- programma. 2-34 Hoofdstuk 2...
Wanneer u tikt op het pictogram van de ASUS-programma’s worden het hulpprogramma ASUS Back-up en de ASUS Launcher weergegeven. Tik op het pictogram van ASUS Back-up als u het hulpprogramma wilt gebruiken. Zie sectie "ASUS Back-up" op pagina 2-25 voor details.
Rekenmachine Tik op het pictogram Rekenmachine om de rekenmachine te gebruiken. Bestandsverkenner Tik op het pictogram Bestandsverkenner om toegang te krijgen tot uw bestanden. Zie pagina 2-12. Microsoft Reader Tik op het pictogram Microsoft Reader om boeken te downloaden en online te lezen. Zie Hoofdstuk 5. 2-36 Hoofdstuk 2...
MSN Messenger Tik op het pictogram MSN Messenger om deze service te gebruiken. Zie Hoofdstuk 5. Pocket MSN Tik op het pictogram Pocket MSN om een verbinding te maken met het Internet via Pocket Internet Explorer. Zie Hoofdstuk 6. Pocket Word Tik op het pictogram Pocket Word om documenten te maken met Pocket Word.
Pocket Excel Tik op het pictogram Pocket Excel om rekenbladbestanden te maken. Zie Hoofdstuk 5. Foto’s Tik op het pictogram Foto’s om .jpg- foto’s, die op uw apparaat of op een geheugenkaart zijn opgeslagen, weer te geven. Raadpleeg de online help op uw apparaat voor details over het gebruik van deze functie.
Inleiding ® What is ActiveSync ® ® Microsoft ActiveSync is een van de belangrijke programma’s die bij MyPal wordt aangeboden. Met ActiveSync kunt u de informatie op uw computer synchroniseren met de informatie op uw apparaat. Synchronisatie vergelijkt de gegevens op uw apparaat met die van uw computer en werkt beide computers bij met de meest recente informatie.
® ActiveSync installeren Het programma ActiveSync is reeds geïnstalleerd op uw apparaat. Om de informatie op uw apparaat te synchroniseren met uw computer, moet u ActiveSync ook op uw computer installeren. Installeer ActiveSync vanaf de CD die bij uw productverpakking werd geleverd. OPMERKING Voordat u de installatie van ActiveSync start, moet u ®...
Pagina 60
4. Lees het Overview (Overzicht) voordat u ActiveSync 3.7 installeert zodat u zeker bent dat u de installatievolgorde correct uitvoert. 5. Als u Outlook nog niet hebt geïnstalleerd, doe dat dan nu. Klik op Install Outlook 2002 (Outlook 2002 Installeren) en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Uw apparaat synchroniseren Uw apparaat aansluiten op een computer Uw apparaat aansluiten op uw computer: 1. Plaats het apparaat op de slede. 2. Sluit de voedingsadapter aan op de voedingsaansluiting van de slede. 3. Sluit de USB-synchronisatiekabel van de slede aan op een USB-poort van uw computer.
Een partnership tot stand brengen Meteen nadat u de installatie hebt voltooid, zal de wizard New Partnership automatisch opstarten om u te helpen een partnership tot stand te brengen en uw synchronisatie-instellingen aan te passen. Op dit punt kunt u precies bepalen welke informatietypes u wilt synchroniseren met uw computer.
Pagina 63
Selecteer bijvoorbeeld in het venster Calendar Synchronization Settings (Instellingen agendasynchronisatie) de opties die bepalen hoe u de afspraken op uw apparaat wilt synchroniseren met uw computer. Klik op OK. 4. Klik op Finish (Voltooien) om het tot stand brengen van de partnership te voltooien.
Gesynchroniseerde informatie controleren Bekijk na uw eerste synchronisatie, de agenda, de contactpersonen en de taken op uw apparaat. U zult merken dat de agenda-informatie van Microsoft Outlook op uw computer naar uw apparaat werd gekopieerd, en dat de informatie van uw apparaat naar uw computer werd gekopieerd.
Synchronisatie handmatig starten Wanneer u ActiveSync hebt ingesteld en het eerste synchronisatieproces hebt voltooid, kunt u op elk ogenblik de synchronisatie starten vanaf uw apparaat. De synchronisatie handmatig starten: 1. Tik op , en tik vervolgens op ActiveSync om het ActiveSync- scherm weer te geven.
Synchronisatie-opties Met het programma Microsoft ActiveSync kunt u op elk ogenblik uw synchronisatie-instellingen aanpassen. U kunt de items selecteren die u wilt synchroniseren, de synchronisatieplanning instellen en de regels voor de synchronisatie definiëren. De synchronisatie-opties weergeven: • Klik op uw computer in het venster ActiveSync op het pictogram Option (Opties), of •...
De synchronisatieplanning instellen: 1. Klik op het tabblad Schedule (Planning). 2. Selecteer uw gewenste synchronisatieplanning. 3. Klik op OK wanneer u klaar bent. Synchronisatieregels definiëren: 1. Klik op het tabblad Rules (Regels). 2. Selecteer uw gewenste instellingen uit de beschikbare opties.
Inleiding Microsoft ® Pocket Outlook bevat een agenda, contactpersonen, taken, een postvak IN en notities. U kunt deze programma’s afzonderlijk of samen gebruiken. Een e-mail die bij de contactpersonen is opgeslagen, kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor e-mailberichten in het postvak IN. ®...
Afspraken maken Een afspraak maken: 1. Als u zich in de dag- of weekweergave bevindt, tikt u op de gewenste datum voor de afspraak, 2. Tik op New (Nieuw). Tik om een vooraf gedefinieerde tekst te selecteren Tik om eerder ingevoerde locaties te selecteren Tik om de tijd voor de afspraak te definiëren Tik om de datum voor de afspraak te definiëren Tik om notities toe te voegen aan een afspraak...
Het overzichtscherm gebruiken Wanneer u op een afspraak in de agenda tikt, wordt een overzichtscherm weergegeven. Tik op Edit (Bewerken) om de afspraak te wijzigen. Afspraakdetails Notities/extra informatie over de afspraak Tik om details van de afspraak te wijzigen Vergaderingsaanvragen maken U kunt de agenda gebruiken om vergaderingen te plannen met gebruikers van Outlook en Pocket Outlook.
Contactpersonen: Vrienden en collega’s opvolgen Onder contactpersonen wordt een lijst bijgehouden van uw vrienden en collega’s zodat u gemakkelijk de gewenste informatie kunt vinden, of u nu thuis bent of onderweg. Met de infarood poort (IR) op het apparaat kunt u snel informatie over Contactpersonen delen met andere gebruikers van apparaten.
Contactpersonen maken Een contactpersoon maken: 1. Tik op en vervolgens op Contacts (Contactpersonen). 2. Tik op New (Nieuw) om een leeg formulier voor contactpersonen weer te geven. 3. Gebruik het invoerpaneel om een naam en andere contactinformatie in te voeren. U moet naar beneden schuiven om alle beschikbare velden weer te geven.
Een contactpersoon zoeken Er zijn vier manieren om een contactpersoon te zoeken. 1. Voer in het veld onder de navigatiebalk, de naam in van een contactpersoon in de lijst. Om alle contactpersonen opnieuw weer te geven, wist u de tekst in het veld of tikt u op de knop rechts van het veld.
Taken: Een lijst te doen bijhouden Gebruik de taken om uw werkzaamheden bij te houden. Tik om de categorie te selecteren van de taken die u wilt weergeven Tik om een sorteervolgorde voor de takenlijst te selecteren Duidt hoge prioriteit aan Tik om details van taken weer te geven of te bewerken Tik en houd om een pop-upmenu van de...
5. Om een taak toe te wijzen aan een categorie, tikt u op Categories (Categorieën) en selecteert u een categorie in de lijst. In de takenlijst kunt de taken volgens categorie weergeven. 6. Tik op het tabblad Notes (Notities) om notities toe te voegen. U kunt tekst invoeren, tekenen, of een opname maken.
Notities: Gedachten en ideeën opnemen Met Notities kunt u snel gedachten, herinneringen, ideeën en telefoonnummers opnemen. U kunt een geschreven notitie of een opname maken. Daarnaast kunt u ook een opname insluiten in een notitie. Als een notitie geopend is terwijl u een opname maakt, zal deze in de notitie worden opgenomen als een pictogram.
Notities maken Een notitie maken: 1. Tik op en vervolgens op Notes (Notities). 2. Tik op New (Nieuw) om een lege notitie weer te geven. 3. Maak uw notitie door te schrijven, te tekenen, te typen of op te nemen. Zie Hoofdstuk 2 voor meer informatie over het gebruik van het invoerpaneel, het schrijven en tekenen op het scherm en het maken van opnamen.
Postvak IN: E-mails verzenden en ontvangen Gebruik het Postvak IN om e-mails op een van de volgende manieren te verzenden en te ontvangen: • Synchroniseer e-mailberichten met Microsoft Exchange of Microsoft Outlook op uw computer • Verzend en ontvang e-mails door rechtstreeks een verbinding te maken met een e-mailserver via een Internet-provider (ISP) of een netwerk E-mails synchroniseren...
Rechtstreeks een verbinding maken met een e- mailserver Naast het synchroniseren van e-mails met uw computer, kunt u e-mails verzenden en ontvangen door een verbinding te maken met een e- mailserver via een modem of een netwerkkaart die op uw apparaat is aangesloten.
De berichtenlijst gebruiken De berichten die u ontvangt, worden weergegeven in de berichtenlijst. Standaard worden de recentst ontvangen berichten eerst weergegeven in de lijst. Tik om de dienst en de map te selecteren die u wilt weergeven Tik om de sorteervolgorde voor de berichten te selecteren Tik en houd om een pop-upmenu met acties weer te geven...
Pagina 83
Wanneer u een verbinding maakt met uw e-mailserver of synchroniseert met uw computer, zult u standaard alleen berichten van de laatste vijf dagen ontvangen, de eerste 100 lijnen van elk nieuw bericht, en bestandsbijlagen die kleiner zijn dan 100KB. De originele berichten blijven op de e-mailserver of op uw computer.
Berichten samenstellen Een bericht samenstellen: 1. Tik op New (Nieuw). 2. Voer in het veld To (Aan) een e-mailadres of SMS-adres van een of meer geadresseerden, en scheid ze onderling met een kommapunt, of selecteer een naam in de lijst van de Contacts (Contactpersonen) door op de knop Adress Book (Adresboek) te tikken.
E-mailberichten en -mappen beheren Het gedrag van de mappen die u maakt, kan variëren naargelang u gebruik maakt van ActiveSync, SMS, POP3, of IMAP4. • Als u ActiveSync gebruikt, zullen de e-mailberichten in de map Postvak IN van Outlook automatisch met uw apparaat worden gesynchroniseerd.
® ® De bijgeleverde programma’s zijn Microsoft Pocket Word, Microsoft Pocket Excel, MSN Messenger, Windows Media™ Player voor Pocket PC, en Microsoft ® Reader. Als u naar een programma op uw apparaat wilt gaan, tik dan op Programma’s in het menu , en tik vervolgens op het programma dat u wilt openen.
2. Tik op New (Nieuw) om een leeg document weer te geven. 3. Gebruik een van de gereedschappen in het invoerpaneel om uw tekst te typen. Tik om uw document op te slaan en te sluiten Typ uw tekst hier Werkbalk opmaak Tik om een invoermethode te selecteren Tik om het invoerpaneel weer te geven of te verbergen...
De opties voor het opslaan definiëren: 1. Tik op Tools (Extra) terwijl het document geopend is. 2. Tik in het pop-upmenu op Save Document As... (Document opslaan als...) om het scherm Save As (Opslaan als) te openen. 3. Wijzig de bestandsnaam door een nieuwe naam te typen in het veld Name (Naam).
Een bestaand Pocket Word-document openen Pocket Word bevat een lijst van de bestanden die op uw apparaat zijn opgeslagen. Tik op een bestand in de lijst om het te openen. Om bestanden te verwijderen, te kopiëren en te verzenden, tikt en houdt u de pen op een bestand in de lijst en selecteert u vervolgens de gewenste bewerking in het pop-upmenu.
Manieren om informatie in te voeren Om informatie in te voeren in Pocket Word hebt u de keuze uit vier modi (typen, schrijven, tekenen, opnemen) in het menu View (Beeld). Elke modus beschikt over zijn eigen werkbalk, die u kunt weergeven of verbergen door in de opdrachtenbalk te klikken op de knop Show/Hide Toolbar (Werkbalk weergeven/verbergen).
Modus schrijven In de schrijfmodus kunt u de pen gebruiken om rechtstreeks op het scherm te schrijven. De gelinieerde regels op het scherm doen dienst als hulplijnen en de zoomfactor is hoger dan in de modus typen zodat het schrijven gemakkelijk verloopt. Zie Hoofdstuk 2 voor meer informatie over het schrijven en het selecteren van geschreven lijnen.
Modus tekenen In de tekenmodus kunt u de pen gebruiken om op het scherm te tekenen. Rasterlijnen treden op als hulplijnen. Wanneer u de pen van het scherm heft na een eerste pennenstreek, zult u een tekenvak zien dat de grenzen van de tekening aanduidt.
Pocket Excel Pocket Excel werkt met Microsoft Excel op uw computer, zodat u gemakkelijk toegang krijgt tot kopieën van uw werkmappen. U kunt nieuw werkbladen maken op uw apparaat, of u kunt werkmappen van uw computer kopiëren naar uw apparaat. Synchroniseer werkbladen tussen uw computer en uw apparaat, zodat u steeds op beide locaties over de meest recente inhoud beschikt.
Pocket Excel-documenten maken Een nieuw Excel-document maken: 1. Tik op , tik vervolgens op Programs (Programma’s) en daarna op Pocket Excel. 2. Tik op New (Nieuw) om een leeg document weer te geven. Als u een sjabloon hebt geselecteerd voor nieuwe documenten in het dialoogvenster Options (Opties), wordt de sjabloon weergegeven...
Pagina 97
De opties voor het opslaan definiëren: 1. Tik op Tools (Extra), terwijl het document geopend is. 2. Tik in het pop-upmenu op Save Workbook As... (Werkmap opslaan als...) om het scherm Save As (Opslaan als) te openen. 3. Wijzig de bestandsnaam door een nieuwe naam te typen in het veld Name (Naam).
Uw Excel-document beveiligen Als uw werkmap gevoelige of vertrouwelijke informatie bevat, kunt u deze beveiligen met een wachtwoord. Een wachtwoord instellen voor uw werkmap: 1. Open de werkmap. 2. Tik in de opdrachtenbalk op Edit (Bewerken) en tik op Password... (Wachtwoord...) om het scherm voor het instellen van het wachtwoord weer te geven.
Tips voor het werken met Pocket Excel Houd rekening met de volgende zaken wanneer u werkt met grote werkbladen in Pocket Excel: • Stel de weergave in op volledig scherm om zoveel mogelijk te zien van uw werkblad. Tik op View (Beeld) en tik vervolgens op Full Screen (Volledig scherm).
MSN Messenger MSN Messenger op uw apparaat is een instant messaging programma waarmee u kunt: • zien wie online is • expresberichten kunt verzenden en ontvangen • berichtenconversaties kunt voeren met groepen contactpersonen MSN Messenger gebruiken: U moet over een Microsoft Passport™ account of een Microsoft Exchange e-mail account beschikken.
Aanmelden Aanmelden bij MSN Messenger service: 1. Tik op Tools (Extra) en tik in het menu op Sign In... (Aanmelden...). Tik in het gebied Tap here to sign in (Tik hier om u aan te melden). 2. Geef uw e-mailadres en wachtwoord op in het aanmeldingsscherm.
Werken met contactpersonen Het venster MSN Messenger geeft al uw messenger-contactpersonen weer in een oogopslag. Ze zijn onderverdeeld in de categorieën Online en Offline. Wanneer u een verbinding hebt gemaakt kunt u in deze weergave chatten, een e-mail verzenden, een contactpersoon blokkeren zodat deze niet met u kan chatten, of contactpersonen uit uw lijst verwijderen door gebruik te maken van het pop-upmenu.
Chatten met contactpersonen Tik op de naam van een contactpersoon om het chatvenster te openen. Typ uw bericht in het tekstvak of tik op My Text (Mijn tekst) om een vooaf ingesteld bericht in te voeren. Tik vervolgens op Send (Verzenden). U kunt andere contactpersonen uit nodigen om mee te chatten.
Windows Media Player voor Pocket Gebruik Microsoft ® Windows Media Player voor Pocket PC om digitale geluids- en videobestanden weer te geven die op uw apparaat of op een netwerk zijn opgeslagen. Om te schakelen naar Windows Media Player voor Pocket PC, tikt u op , Programs (Programma’s), en Windows Media.
Microsoft Reader Gebruik Microsoft Reader om eBoeken op uw apparaat te lezen. Download boeken naar uw computer van uw favoriete eBoek-website. Gebruik vervolgens ActiveSync om de boekbestanden te kopiëren naar uw geactiveerd apparaat. De boeken verschijnen in de bibliotheek van de Reader.
Boeken ophalen op uw apparaat U kunt boekbestanden downloaden van het Internet. Bezoek uw favoriete eBoekhandelaar en volg de instructies om de boekbestanden te downloaden. De map MSReader in de map Extras van de Pocket PC Companion CD bevat ook voorbeeldboeken en een woordenboek. Gebruik ActiveSync om de bestanden van uw computer te downloaden naar uw geactiveerd apparaat zoals beschreven in het Readme-bestand in de map MSReader.
Een boek lezen Elk boek bestaat uit een voorpagina, een optionele inhoudsopgave en de pagina’s van het boek. De Navigatieopties worden in het onderste gedeelte van de voorpagina weergegeven. Wanneer u een boek voor de eerste maal opent, zult u waarschijnlijk naar de eerste pagina of naar de inhoudsopgave, als die er is, willen gaan.
De functies van de Reader gebruiken Wanneer u een boek elektronisch leest, hebt u de beschikking over verschillende opties die u niet hebt bij papieren boeken. Deze opties zijn beschikbaar vanaf elke pagina van het boek. Selecteer de tekst door over de tekst op de pagina te slepen. Tik vervolgens op een optie in het pop-upmenu, zoals hieronder beschreven.
Pagina 109
Hoofstuk 6 Pocket Internet Explorer ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Inleiding ..............6-2 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Pocket Internet Explorer gebruiken ....6-2 Weergaveinstellingen wijzigen ........... 6-3 Surfen op het Internet ............6-3 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ AvantGo-kanalen ..........6-4 ♦...
Inleiding Gebruik Microsoft Pocket Internet Explorer om Web- of WAP-pagina’s op een van de volgende manieren weer te geven. • Tijdens de synchronisatie met uw desktopcomputer, kunt u uw favoriete koppelingen downloaden en uw mobiele favorieten, die in de submap Mobile Favorites (Mobiele favorieten) van Internet Explorer op de computer zijn opgeslagen.
2. Tik op de knop Home op het welkomstscherm van Pocket Internet Explorer weer te geven met koppelingen naar sommige nuttige websites. 3. Tik op een van de Websiteknoppen om naar een specifieke site te gaan. Weergaveinstellingen wijzigen Weergaveinstellingen wijzigen: 1.
AvantGo-kanalen AvantGo is een gratis interactieve dienst die u toegang geeft tot een gepersonaliseerde inhoud en duizenden populaire websites. U kunt rechtstreeks vanaf uw apparaat inschrijven op de AvantGo-kanalen. Synchroniseer vervolgens uw apparaat en uw desktopcomputer, of maak een verbinding met het Internet om de inhoud te downloaden. Bezoek de website van AvantGo op http://avantgo.com/ voor meer informatie.
Map Mobiele favorieten Alleen de items die in de submap Mobile Favorites (Mobiele favorieten) van Internet Explorer op uw computer zijn opgeslagen, zullen met uw apparaat worden gesynchroniseerd. Deze map werd automatisch gemaakt wanneer u ActiveSync (Actieve synchronisatie) hebt geïnstalleerd. Favoriete koppelingen Tijdens de synchronisatie wordt de lijst van de favoriete koppelingen in de map Mobile Favorites (mobiele favorieten) op uw computer, met...
Een mobiele favoriet maken: 1. Klik in Internet Explorer op uw desktopcomputer, op Tools (Extra) en vervolgens op Create Mobile Favorite (Mobiele favoriet maken). 2. Om de naam van de koppeling te wijzigen, geeft u een nieuwe naam op in het vak Name (Naam). 3.
Apparaatgeheugen besparen Mobiele favorieten nemen opslagruimte in op uw apparaat. Om het gebruikte geheugen te minimaliseren, doet u het volgende: • Schakel de afbeeldingen en geluiden uit in de instellingen voor het informatietype van de favorieten in de opties van ActiveSync, of zorg ervoor dat bepaalde mobiele favorieten niet kunnen worden gedownload naar het apparaat.
Mobiele favorieten en mappen toevoegen/verwijderen Een favoriet toevoegen: 1. Tik op om uw lijst met favorieten weer te geven. 2. Tik op de knop Add/Delete (Toevoegen/Verwijderen) om het scherm Favorites (Favorieten) weer te geven. 3. Tik op de knop Add... (Toevoegen...) om het scherm Add Favorites (Favoriet toevoegen) weer te geven.
Een map toevoegen: 1. Tik op om een lijst van uw favorieten weer te geven. 2. Tik op de knop Add/Delete (Toevoegen/Verwijderen) om het scherm Favorites (Favorieten) weer te geven. 3. Tik op de knop New Folder (Nieuwe map). 4. Typ een naam in voor de map die u wilt maken.
Pagina 119
Hoofdstuk 7 Maak een verbindig ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Inleiding ..............7-2 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Verbinden met het Internet ........7-2 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Verbinden met het werk ........7-3 ♦ ♦ ♦ ♦ ♦ Verbindingen tot stand brengen ......
Inleiding U kunt verbindingen tot stand brengen met het Internet en een bedrijfsnetwerk om verschillende activiteiten uit te voeren zoals surfen op het Internet of Intranet, e-mails en expresberichten verzenden en ontvangen, en informatie synchroniseren met de hulp van ActiveSync. Verbindingen kunnen worden gemaakt via een modem, een draadloos netwerk, of een netwerkkaart (Ethernet).
Verbinden met het werk 1. Zoek de volgende informatie van uw netwerkadministrator: telefoonnummer server, gebruikersnaam en wachtwoord. 2. Tik op > Settings (Instellingen) >Tabblad Connections (Verbindingen) > Connections (Verbindingen). 3. Stel in My Work Network (Mijn werknetwerk) een modem, netwerkkaart, draadloos netwerk, of een VPN-serververbinding in. Zie hoofdstuk "Verbindingen tot stand brengen"...
Verbindingen via VPN-server Een VPN-verbinding helpt u om een veilige verbinding te maken tussen servers, zoals een bedrijfsnetwerk, via het Internet. Vraag uw netwerkadministrator naar uw gebruikersnaam, wachtwoord, domeinnaam, TCP/IP-instellingen en de hostnaam of het IP-adres van de VPN-server. Een VPN-serververbindingen tot stand brengen: 1.
Verbindingen via netwerkkaart Gebruik een netwerkkaart (Ethernet) om rechtstreeks een verbinding te maken met een netwerk. Zodra u verbonden bent, kunt u surfen op het Internet of intranet, of e-mail downloaden. U hoeft geen nieuwe verbinding te maken op uw apparaat. Raadpleeg uw netwerkadministrator voor meer informatie.
Draadloze netwerkverbindingen Netwerken die u reeds hebt geconfigureerd, zijn voorkeursnetwerken en worden weergegeven bij de draadloze netwerken. U kunt kiezen om alleen een verbinding te maken met voorkeursnetwerken of uw apparaat laten zoeken naar en een verbinding maken met een beschikbaar netwerk, of het om een voorkeursnetwerk gaat of niet.
Verificatie-instellingen configureren Een draadloos netwerk kan worden toegevoegd wanneer het netwerk wordt gedetecteerd, of kan handmatig gebeuren door de informatie voor de instellingen in te voeren. Raadpleeg uw netwerkadministrator om vast te stellen of verificatie-informatie nodig is. De verificatie-instellingen configureren: 1.
Een verbinding beëindigen • Wanneer u verbonden bent via modem of VPN, tik dan in de navigatiebalk op en tik vervolgens op Verbreken. • Wanneer u verbonden bent via kabel of externe slede, koppel dan uw apparaat los van de kabel of van de slede. •...
9. Maak een modemverbinding. Zie hoofdstuk "Verbindingen instellen." Stel indien nodig de inbelregels in. Zie hoofdstuk "Inbelregels gebruiken". 10. Als uw apparaat geen verbinding heeft met een mobiel telefoonnetwerk, plaats dan een modemkaart. Inbelregels gebruiken Het is mogelijk dat u, naargelang uw locatie, extra nummers moeten worden gekozen bij het maken van een verbinding.
Infrarood (IR) verbinding Uw apparaat zal standaard inkomende infrarood (IR) stralen detecteren en u vragen ze te aanvaarden. Als u niet wilt dat uw apparaat stralen detecteert of ontvangt, schakel dan het selectievakje Receive all incoming beams (Alle inkomende stralen ontvangen) uit. De opties voor de stralen instellen: 1.
Informatie verzenden Informatie verzenden: 1. Schakel naar het programma waar u het item hebt gemaakt dat u wilt verzenden, en zoek dat item in de lijst. 2. Lijn de infrarood poorten uit zodat ze niet worden gehinderd en binnen het bereik liggen. 3.
Bluetooth-verbinding Bluetooth is een draadloze communicatietechnologie met een kort bereik. Apparaten met Bluetooth-capaciteiten kunnen informatie uitwisselen over een afstand van ongeveer 10 meter (30 feet) zonder dat hiervoor een fysieke verbinding nodig is In tegenstelling tot infrarood, hoeft u met Bluetooth geen apparaten uit te lijnen om informatie door te zenden.
Bluetooth-instellingen Bluetooth in- of uitschakelen: 1. Tik op > Settings (Instellingen) > Tabblad Connections (Verbindingen). 2. Tik op Bluetooth. 3. Selecteer On (Aan) of Off (Uit.) De Bluetooth-radio wordt in- of uitgeschakeld naargelang uw selectie. OPMERKING Standaard staat de Bluetooth-radio op uit. Als u de radio inschakelt en vervolgens het apparaat uitschakelt, dan zal de Bluetooth-radio ook worden uitgeschakeld.
Informatie doorsturen met Bluetooth 1. Tik en houd de pen op een item dat u wilt doorsturen, zoals een afspraak in de agenda, een taak van uw takenlijst, een visitekaart van uw contactpersonen of een bestand van het bestandsbeheer. 2. Tik op Beam (Doorsturen) [type item]. 3.
Verklaring van de Federale Communicatie Commissie Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. Het gebruik is onderhevig aan de volgende twee voorwaarden: • Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken, en • Dit apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, inclusief storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken.
UL Veiligheidsrichtlijnen Vereist voor UL-1459 met betrekking tot telecommunicatie-uitrustingen (telefoon), bedoeld om elektrisch te worden aangesloten op een telecommunicatienetwerk met een werkspanning naar aarde die niet hoger is dan de 200V-piek, 300V piek-piekspanning en 105V rms, en die wordt geïnstalleerd of gebruikt in overeenstemming met de Nationale Elektrische Code (NFPA 70).