GmbH & Co. KG Service Waarschuwing voor materiële schade Wendt u zich tot MENNEKES of uw verantwoordelijke ser- LET OP vicepartner bij vragen over het apparaat. Op onze home- Deze waarschuwing geeft een gevaarlijke situatie aan, die page onder “Partner zoeken”...
Voor uw veiligheid Gebruikte symbolen Doelgroepen Exploitant Het symbool geeft handelingen aan die alleen Als exploitant bent u verantwoordelijk voor het apparaat. door een elektromonteur uitgevoerd mogen wor- U hebt de verantwoordelijkheid voor een gebruik over- den. eenkomstig de voorschriften en het veilige gebruik van Het symbool geeft een belangrijke aanwijzing het apparaat.
De exploitant is verantwoordelijk voor het reglementair f Let op het onderhoudsschema. gebruik en het veilige gebruik. f Belast een elektromonteur met regelmatig onder- MENNEKES Elektrotechnik GmbH & Co. KG kan niet aan- houd. sprakelijk worden gesteld voor de gevolgen door ver- keerd gebruik.
Op sommige componenten van het apparaat zijn veilig- Compatibel met OCPP 1.5 en OCPP 1.6. heidsstickers aangebracht, die voor gevaarlijke situaties MENNEKES ECU, Electronic Control Unit. waarschuwen. Worden de veiligheidsstickers niet in acht Statusinformatie via LED-infoveld. genomen, kan dit tot ernstige verwondingen of de dood ...
Optionele uitrusting 6. Nominale frequentie 7. Standaard 8. Barcode 9. Poolnummer 10. Beschermingsklasse 11. Toepassing 3.2 Leveringsomvang Communicatie conform ISO 15118 Koppeling van meerdere appa- raten Arbeidsstroomactiveringsscha- kelaar Laadcontactdoos met klapdeksel Laadcontactdoos met sluitdeksel Typeplaatje Het typeplaatje bevat alle belangrijke apparaatgegevens. Het afgebeelde typeplaatje is een monster.
3.4 Bedrijfsmodi 3.5 LED-infoveld Het apparaat beschikt over verschillende bedrijfsmodi, die Het LED-infoveld geeft de bedrijfstoestand van het appa- ook tijdens het bedrijf gewijzigd kunnen worden. raat weer. Stand-by, lading, wachttijd en storing worden door vier symbolen in de kleuren blauw, groen, wit en De beschikbaarheid van de afzonderlijke rood weergegeven.
Technische gegevens Professional+ (PnC) 22 (T2S), Professional+ 22 customized-1 Laadvermogen modus 3 [kW] * 2 × tot 22 400 AC ±10 % Nominale spanning U Nominale frequentie f [Hz] Nominale stroom I Maximale voorzekering [A] Beschermingsklasse IP 54 Beschermklasse Afmetingen h × b × d [mm] 1362 ×...
Installatie De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen MENNEKES adviseert de bescherming van het alleen door een elektromonteur worden uitge- apparaat door middel van trottoirbanden of paal- voerd. tjes ter plaatse. Keuze van de plaats van opstelling MENNEKES adviseert, een sokkelvuller ter...
IEC 62752. ten, om uitstromen van het beton te voorkomen. In het geldigheidsgebied van de IEC 60364- 7-722:2018 moet elk laadpunt afzonderlijk MENNEKES adviseert, de als toebehoren ver- worden beveiligd met een aardlekschakelaar krijgbare funderingsset te gebruiken. type B.
Afb. 7: MENNEKES-funderingsset en bodemplaat Afb. 8: Fundament betonneren f Bekisting evt. met beton volgieten en laten uitharden. f Het onderste tweederde deel van het fundament met Zoveel beton ingieten, dat de bodemplaat (4) voldoen- beton van klasse C20/25 betonneren.
5.3.3 Prefab fundament gebruiken Het prefab fundament van MENNEKES is ontworpen voor directe montage van het apparaat. Het prefab fundament is als toebehoren bij MENNEKES verkrijgbaar. Installatiehandleiding van het prefab fundament. 5.3.4 Transporteren WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door ondeskundig transport Wordt het apparaat ondeskundig getransporteerd, kunnen personen door het hoge eigengewicht van het apparaat Afb.
5.3.5 Uitpakken WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door kantelen van het apparaat Een apparaat dat niet is bevestigd kan, ook bij licht con- tact, omvallen en personen beknellen. Bovendien kan het apparaat worden beschadigd. f Apparaat alleen op een vlakke ondergrond neerzetten. f Apparaat beveiligen tegen kantelen. f Apparaat snel op een fundament monteren.
5.3.7 Apparaat op het fundament monteren L3 N Afb. 14: Aansluiting voedingsspanning (voorbeeld: eenfa- sig bedrijf) f Voedingsleiding demonteren Afb. 13: Apparaat monteren f Aders 12 - 18 mm afstrippen. f Controleren, of de draadeinden recht en onbeschadigd f Aders van de voedingsleiding overeenkomstig het zijn.
5.4.2 Apparaat aarden beschadigd raken. f De bliksem- en overspanningsbeveiliging met minimaal MENNEKES adviseert, de als toebehoren ver- krijgbare set funderingsaarde te gebruiken. 16 mm² aan op de potentiaalvereffeningsrail aansluiten. ≥ 16 mm²...
5.6 Apparaten koppelen 5.7 Apparaat op eenfase bedrijf instellen Alleen bij de varianten Professional+ (PnC) 22 (T2S). In de uitleveringstoestand is het apparaat ingericht op een Alleen bij de bedrijfsmodus “Gekoppeld”. driefasig bedrijf. Fasevolgordemeetrelais instellen Om het apparaat eenfasig te gebruiken, is het noodzake- lijk de potentiometer aan beide fasevolgordemeetrelais om te schakelen.
Pagina 20
f Jumpers (met uitzondering van de jumper op de klem- Webinterface men N) er met behulp van een platte schroevendraaier Om het apparaat eenfasig te gebruiken, is het noodzake- uitwrikken. lijk, twee parameters in de master-webinterface en in de f Een jumper tussen de klemmen L1 en L2 steken. satellite-webinterface om te zetten.
Inbedrijfstelling De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen Verbinding naar ECU instellen alleen door een elektromonteur worden uitge- Bij een bestaande verbinding kan het apparaat geconfigu- voerd. reerd worden en de statusinformatie worden opgeroepen. f Eindapparaat (bijv. pc, laptop, mobiele telefoon) en De beide laadpunten in het apparaat zijn voor- ECU met een USB-kabel verbinden.
6.2 Configureren via de webinterface f Apparaat met inachtneming van de omstandigheden De configuratie vindt plaats via een webinterface in een en klantwensen configureren. internetbrowser. De webinterface is met een wachtwoord f Uitgevoerde configuratie door klikken op de knop beveiligd. “Save”...
Op de webinterface worden de volgende menu's weerge- 6.2.1 Bedrijfsmodus “Standalone Autostart” geven: De werking van het apparaat vindt plaats als individuele “State” parkeerplaatsoplossing zonder koppeling aan een bac- “Settings” kend-system. Een autorisering is niet nodig. Het laden ...
f Naar het menu “Operator” navigeren en de volgende f Naar het menu “Settings” navigeren en de volgende parameters instellen: parameters instellen: Parameter Instelling Parameter Instelling / Beschrijving Local fixed f “On” kiezen. Connection Type f “GSM” of “ethernet” kiezen. authorization Free charging f “Off”...
6.2.4 Bedrijfsmodus “Gekoppeld” 6.2.5 Maximale laadstroom instellen Alleen bij de varianten Professional+ (PnC) 22 (T2S). f Naar het menu “Settings” navigeren en de volgende parameters instellen: Meer apparaten worden via ethernet verbonden. “Operator current limit (A)” Daardoor kan lokaal lastmanagement worden uitgevoerd f Klik op de knop “Save”.
Pagina 26
Blok 1: backend-system Parameter Beschrijving Noodzakelijk Opmerking voor... OCPP Identificatie van het laadpunt die naar het Backend- De identificatie moet in het bac- ChargeBoxIdentity backend-system wordt gestuurd system kend-system identiek zijn (ChargePointID) Moet in de satellite-webinter- face afzonderlijk worden inge- steld Blok 2: backend-system, mobiele communicatie, netwerk Parameter...
Pagina 27
DHCP client Wachttijd, tussen de DHCP-eisen (in Voorinstelling: “10” request delay seconden) Static network con- IP-adres bij toewijzing van statische Alleen relevant als “Mode figuration IP IP-adressen. for network configuration” = “Manual config” Static network Netwerkmasker bij toewijzing van stati- ...
Pagina 28
Blok 3: autorisering, backend-system Parameter Beschrijving Noodzakelijk Opmerking voor ... OCPP Mode Keuze van het OCPP- De informatie wordt door de beheer- communicatieprotocol der van uw backend-system ter beschikking gesteld. SOAP OCPP URL of URL-adres van het backend-system Informatie wordt verstrekt door uw Backend- backend (Standard beheerder van het backend-system.
Pagina 29
Stop Transaction Instelling hoe het apparaat zich na het “Stop only by unplugging”: beëindigt Mode einde van een transactie moet gedra- de transactie alleen, wanneer de stek- ker uit het laadstation wordt getrokken. Laadsysteem Restart transaction Instelling of een transactie na een after power loss stroomuitval wordt voortgezet Send informative...
Pagina 30
Blok 4: laadinstelling Parameter Beschrijving Noodzakelijk Opmerking voor ... Free charging Laden zonder autorisering. Laadproces begint zodra een voertuig wordt aangesloten Rfid Tag for Free RFID UID voor de modus “Full fixed Rfid” Moet in de satellite-webin- Charging with Autorise ring terface afzonderlijk worden OCPP Full, fixed ingesteld...
Pagina 31
External Meter Instelling, of een energiemeter voor extra verbrui- De energiemeter moet via Support kers wordt aangesloten een ethernetkabel met de router / switch aangesloten zijn. ΄5.6 Apparaten koppelen“ Main Distribution Stroombovengrens voor lastmanagement en voor Alleen wanneer “External Limit (L1/L2/L3) [A] extra verbruikers Meter Support”...
Pagina 32
Blok 8: energiemeter Parameter Beschrijving Noodzakelijk Opmerking voor ... Reset Meter Value Terugzetten van de energiemeter bij ieder laad- Backend- Behaviour (S0 and proces system internal meter) Send signed meter Voor het apparaat niet relevant values Data transfer for Instelling of gegevens over het tarief en energie- Backend- De informatie wordt door Tariff And Total...
Pagina 33
UTC time for Tijd voor herstart van het apparaat Iedere 30 dagen wordt een housekeeping herstart uitgevoerd reboot Vehicle connection Tijd die tussen een autorisering en het verbinden timeout van het voertuig met het apparaat voorbij mag gaan om een lading te kunnen starten Laadsysteem Lock Actuator only Vergrendeling van de laadstekker eerst na auto-...
6.3 Simkaart plaatsen 6.5 Spanningsvoorziening bewaken LET OP Het apparaat wordt door een fasevolgordemeetrelais Beschadiging van onderdelen bewaakt. Het bewaakt de drie fasen (L1, L2, L3) en de Beschadiging van onderdelen of van het laadstation door nulgeleider (N) van de spanningsvoorziening op correcte elektrostatische ontlading.
Het keld, kunnen laden. MENNEKES-testkastje simuleert daarbij de voertuigcom- Autorisering door backend-system municatie. Testkastjes zijn bij MENNEKES als toebehoren De autorisering gebeurt afhankelijk van een bac- verkrijgbaar. kend-system bijvoorbeeld met een RFID-kaart, een...
Als de autorisering niet plaatsvindt, kunnen de volgende De autorisering is gelukt. problemen aanwezig zijn: f Zorg ervoor dat het voertuig en de laadkabel voor een Probleem Oplossing Mode 3-lading geschikt zijn. f Laadkabel met het voertuig verbinden. Onbekend klant- f Klanten in het backend-system nummer.
Instandhouding Onderhoud Laadproces beëindigen LET OP GEVAAR Beschadiging van de laadkabel Gevaar voor elektrische schokken bij beschadigde appa- Trekspanning op de laadkabel kan leiden tot kabelbreu- raten ken en andere schade. Bij gebruik van een beschadigt apparaat kunnen perso- f Laadkabel alleen direct aan de stekker uit de laadcon- nen door een elektrische schok zwaar gewond raken of tactdoos trekken.
Het onderhoud minimaal binnen de volgende intervallen Duitsland). uitvoeren: f Schade aan het apparaat deskundig verhelpen. Component Onderhoudswerk f Documenteer het onderhoud voldoende. f Eventueel onderhoudsprotocol bij MENNEKES aanvra- Halfjaarlijks gen. Elektrische Aardlekschakelaar, installatieautomaat, Î “1.1 Service” schakel- en fasevolgordemeetrelais enz. op opti- veiligheids- sche defecten controleren.
De firmware wordt constant doorontwikkeld, zodat na Î “6.1 Verbinding naar ECU instellen” enige tijd nieuwe firmware-updates ter beschikking staan. De actuele firmware krijgt u op aanvraag van MENNEKES. Foutmelding uitlezen Î “1.1 Service” f Op de internetbrowser onder http://192.168.123.123/ operator naar “State”...
Laadstekker eruit trekken. f Uitsluitend originele reserveonderdelen en toebehoren f Apparaat sluiten. gebruiken, die door MENNEKES beschikbaar gesteld Î “6.7 Apparaat sluiten” en / of vrijgegeven zijn. Installatiehandleiding van het reserveonderdel in acht nemen.
10 Buitenbedrijfstelling en 11 Opslag demontage Een juiste opslag kan de bedrijfszekerheid van het appa- De werkzaamheden in dit hoofdstuk mogen raat positief beïnvloeden en in stand houden. alleen door een elektromonteur worden uitge- f Apparaat voor de opslag reinigen. voerd.
14 Verklarende woordenlijst Begrip Toelichtende informatie Backend-system Infrastructuur voor de aansturing van de laadstations en het beheer van de persoonsgerelateerde toe- gangsgegevens. Dynamic load management Electronic Control Unit Eenheid voor besturing en commu- nicatie Measuring Instruments Directive Energiemeter Modus 3 Laadmodus voor voertuigen met (IEC 61851) communicatie-interface op laadcon- tactdozen type 2.