Inhoudsopgave OVER HET SYSTEEM ....................................5 Inleiding ....................................... 5 Systeeminterface ..................................5 Door het Galaxy TouchCenter Plus bediendeel navigeren......................6 Over het startscherm Home ................................6 Toepassing Multimedia ................................. 6 Besturing ............................Error! Bookmark not defined. Omschrijving navigatiepictogrammen............................7 Pictogrammen op het startscherm Home minimaliseren ....................... 7 Systeemproblemen ..................................
Galaxy TouchCenter Plus snel onder de knie en is deze gemakkelijk in gebruik. Systeeminterface De Galaxy TouchCenter Plus is uitgerust met Wi-Fi-functionaliteit en kan worden aangesloten op elektronische huishoudelijke systemen zonder storing van veelvoorkomende draadloze elektronische huishoudelijke apparaten.
Door dagelijks gebruik kunnen geheugenkaarten storingen vertonen of niet meer werken als gevolg van elektrostatische ladingen, waardoor de informatie op de kaart verloren kan gaan. Opmerking: Honeywell is niet verantwoordelijk voor enig verlies van persoonlijke gegevens (bestanden, foto's, video's enz.). Bediening Uw installateur kan uw TouchCenter Plus zo configureren dat u er ook andere gebouwbeheersystemen zoals verlichting, airconditioning en poorten mee kunt bedienen.
Over het systeem (vervolg) Omschrijving navigatiepictogrammen Voor eenvoudige navigatie door de Wi-Fi-schermen van de TouchCenter Plus is het systeem voorzien van gebruiksvriendelijke pictogrammen. Het uiterlijk en de functie van deze pictogrammen wordt hieronder beschreven. PICTOGRAM NAAM FUNCTIE PICTOGRAM NAAM FUNCTIE PICTOGRAM PICTOGRAM Biedt toegang tot het scherm...
Over het systeem (vervolg) Systeemproblemen Het scherm Security toont een tabel met alle problemen en een pictogram naast ieder probleem. Neem contact op met uw installateur als er een probleempictogram wordt getoond. Bij fouten in uw systeem kunnen de volgende pictogrammen worden getoond: PICTOGRAM BETEKENIS Stroomuitval –...
Security Kennismaking met het beveiligingssysteem U kunt uw systeem inschakelen met een van de acht modi: Geheel, Direkt,Deel, Stil, Alle blokken inschakelen, Home Set, Geforceerd en Overbruggen. Alle modi worden hieronder beschreven. MODUS FUNCTIE Uitgangs- Ingangs- Perimeter Interieur vertraging vertraging ingeschakeld ingeschakeld Geheel...
Beveiliging (vervolg) MODUS FUNCTIE Uitgangs- Ingangs- Perimeter Interieur vertraging vertraging ingeschakeld ingeschakeld Home Set Hiermee wordt het systeem Geheel of Deel ingeschakeld. Het systeem wordt: Geheel ingeschakeld als de uitgangstijd handmatig wordt beëindigd via een Laatste of Puls Aan-zone ...
Beveiliging (vervolg) Het systeem inschakelen Het systeem in inschakelen werkt voor alle modi hetzelfde. Opmerking: controleer of alle zones die door bewegingsdetectors beschermd worden, niet zijn geblokkeerd en of alle deuren en ramen gesloten zijn. Het systeem inschakelen: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN Wanneer u een inschakeloptie selecteert, laat het bediendeel een 1.
Pagina 12
Beveiliging (vervolg) Alarmen, fouten of sabotagemeldingen wissen: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN 1. Druk in het scherm op het pictogram Als een alarm-, fout- of sabotagestatus niet wordt gewist, wordt deze Home telkens getoond wanneer een pincode wordt ingevoerd. Wanneer Security de status voor het eerst wordt geactiveerd, wordt u daarvan op de 2.
Beveiliging (vervolg) Het systeem inschakelen met blokken In systemen met meerdere afzonderlijke blokken is het mogelijk om een combinatie van in- en uitschakelmogelijkheden in te stellen. Opmerking: sommige systemen hebben geen blokken. Als dat het geval is, wordt het scherm Blokkenlijst niet weergegeven. Blokken inschakelen: PICTOGRAM ACTIE...
Beveiliging (vervolg) Fouten weergeven Bij fouten wordt er ALARM weergegeven boven in het scherm. in de EN50131-modus wordt er geen tekst weergegeven boven in het scherm. Opmerking: U kunt als volgt fouten weergeven: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN Een corrigerende maatregel is bijvoorbeeld het dichtdoen van een raam 1.
Beveiliging (vervolg) Zones overbruggen Gebruik de overbruggingsfunctie als u het systeem wilt inschakelen met een of meerdere open zones. Overbrugde zones zijn niet beveiligd en geven bij een overtreding geen alarm af als het systeem is ingeschakeld. Zones overbruggen: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN Opmerking: als er zones met een overbrugging of fout zijn, wordt het pictogram...
Beveiliging (vervolg) Het systeem uitschakelen Het systeem kan op twee manieren worden uitgeschakeld. De eerste methode gebruikt u wanneer u het pand betreedt en de tweede wanneer u zich in het pand bevindt terwijl het systeem is ingeschakeld (als het systeem in de modus Stil of Deel is ingeschakeld). Het systeem uitschakelen: PICTOGRAM ACTIE...
Beveiliging (vervolg) De status van Blokken controleren Dit systeem is geschikt voor maximaal tweeëndertig blokken (afhankelijk van het systeem). Met blokken kunt u met één fysiek alarmsysteem 32 beveiligingszones (blokken) beheren, afhankelijk van het systeem dat u hebt gekocht. Opmerking: sommige systemen hebben geen blokken. Als dat het geval is, wordt het scherm Blokkenlijstniet weergegeven. De status van blokken controleren: PICTOGRAM ACTIE...
Naar Home na , tijd voor Automatische diavoorstelling naen Scherm reinigen. Taalkeuze (indien van toepassing) De Galaxy TouchCenter Plus ondersteunt tien verschillende talen. De standaardtaal is Engels. Time-outs van het scherm wijzigen Wanneer het bediendeel niet wordt gebruikt, gebeurt het volgende: ...
Instellen (vervolg) De gewenste time-outs voor het scherm instellen: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN 1. Druk in het scherm Home op het pictogram Mogelijke instellingen: en voer een geldige code in. Setup Tijd Scherm uit na 2. Druk op het pictogram Displayconfiguratie ...
Instellen (vervolg) Systeeminformatie U kunt de huidige software-/firmwareversie van uw systeem als volgt bekijken: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN De volgende informatie wordt weergegeven: MAC-adres, CRC, 1. Druk in het scherm Home op het pictogram softwareversie en firmwareversie. en voer een geldige code in. Setup 2.
Pagina 21
Instellen (vervolg) Een Wi-Fi-verbinding (WLAN) instellen U kunt als volgt een Wi-Fi-verbinding toevoegen in het scherm IP-configuratie: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN 8. Druk in het scherm Home op het pictogram Setup en voer een geldige code in. 9. Druk op het pictogram IP-configuratie Er verschijnt een pop-upvenster: 10.
Multimedia Met de multimedia-opties kunt u eigen foto's als diavoorstelling tonen en video- en audiobestanden weergeven. Belangrijk: deze functie werkt alleen als de installateur een mediakaart (SD/SDHC) met foto-, audio- of videobestanden in het bediendeel heeft geplaatst. Video-/audioweergave instellen Deze functie maakt videoweergave mogelijk en is te vinden door in het scherm op het pictogram te klikken.
Multimedia (vervolg) Fotoweergave instellen Met deze functie kunt u tot 1000 eigen foto's op het touchscreen weergeven. Ga hiervoor naar het scherm en druk op het pictogram Home Multimedia . U kunt deze functie als volgt gebruiken: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN De volgende bestandsindelingen worden ondersteund: .bmp, 1.
Multimedia (vervolg) Cameraconfiguratie Met de camerafunctie kunt u camera's toevoegen en tot vier camera's tegelijk bekijken in de quadweergave. Als u bestaande (gemonteerde) camera's wilt toevoegen, gaat u naar stap 4 hieronder. Als u de configuratie voor de eerste keer uitvoert, moet u de camera's vóór montage detecteren/configureren.
Pagina 25
Multimedia (vervolg) PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN 1. Verbind uw camera (LAN) via een Cat5/6-kabel met een Ethernet-poort op uw router. 2. Schakel de voeding van de camera in. Het kan even duren voordat de camera voor het eerst is opgestart. 3. Stel de camera in met de geadviseerde instellingen met de bijbehorende camera software 4.
Gebruikersconfiguratie Gebruikers beheren In het menu Gebruikersconfiguratie kunt u paneelgebruikers toevoegen, verwijderen en bewerken. Configuratie gebruikerspincode Voor toegang tot de verschillende functies moet aan iedere gebruiker een gebruikersnaam met een bijbehorende gebruikerspincode van 4 tot 6 cijfers worden toegewezen. De systeemgebruikers worden geprogrammeerd in de gebruikersconfiguratie van de centrale. Daar kunt u verschillende gebruikersopties inschakelen. Autorisatieniveaus Autorisatieniveaus bepalen welke systeemfuncties een bepaalde gebruiker mag uitvoeren.
Gebruikersconfiguratie (vervolg) Gebruikers toevoegen Een gebruiker toevoegen: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN Gebruik het toetsenbord om alle vereiste gegevens in te voeren. 1. Druk in het scherm Home op het pictogram Setup en voer een geldige code in. Een gebruikersnaam kan uit maximaal 6 tekens bestaan, inclusief 2.
Gebruikersconfiguratie (vervolg) Gebruikers bewerken Een gebruiker bewerken: PICTOGRAM ACTIE OPMERKINGEN 1. Druk in het scherm Home op het pictogram Setup en voer een geldige code in. 2. Druk op het pictogram Systeem Setup 3. Druk op het pictogram Gebruikersconfiguratie 4. Selecteer de gebruiker die u wilt wijzigen. 5.
Configuratie systeemgebruikers Tijd/datum instellen U kunt de tijd en datum instellen in het scherm Tijd/datum instellen. Wanneer u het bediendeel gebruikt, kan het paneel periodiek de tijd naar het bediendeel sturen nadat de klok is ingesteld. Huidige tijd en datum instellen Tijd en datum instellen: PICTOGRAM ACTIE...
Woordenlijst In deze handleiding worden de volgende termen gebruikt. Ingeschakeld/uitgeschakeld: Ingeschakeld betekent dat de inbraakbeveiliging van uw systeem geactiveerd en gereed is. Uitgeschakeld betekent dat de inbraakbeveiliging is uitgeschakeld en opnieuw ingeschakeld moet worden om actief te worden. Sommige delen van uw systeem, zoals paniek en koolmonoxide- en branddetectie, blijven echter actief, ook als de inbraakbeveiliging is uitgeschakeld.