BEDIENINGSTIPS
Instructies met betrekking tot verwarming (*) zijn alleen van
toepassing op het Heating and Cooling-model (Omgekeerde
Cyclus).
Verwarmingsprestaties*
• Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprin-
cipe, waarbij warmte wordt opgenomen uit de buitenlucht
en die warmte naar binnen wordt overgebracht. Een gevolg
daarvan is wel dat de prestaties afnemen naarmate de
luchttemperatuur buiten daalt. Vraag ook aan een installa-
tiemonteur of de unit wel de juiste afmetingen heeft voor de
ruimte binnenshuis.
• Airconditioners met warmtepompen verwarmen uw hele
kamer door de lucht door de kamer te laten circuleren.
Daarom kan het nadat de airconditioner is opgestart, enige
tijd duren voordat het in het vertrek warm is.
Wanneer de temperatuur binnen en buiten hoog zijn*
Wanneer de temperatuur binnen en buiten hoog is en het ap-
paraat staat in de verwarmingsstand, zal de ventilator van de
buitenunit soms tot stilstand komen.
Microcomputer-gestuurde automatische ontdooiing*
• Wanneer het apparaat in de verwarmingsstand staat bij
een lage buitentemperatuur en een hoge luchtvochtigheid,
kan er zich ijs op de buitenunit vormen en zal het apparaat
minder goed presteren.
Om te voorkomen dat het apparaat minder goed presteert is
het uitgerust met een microcomputer-gestuurde functie voor
automatisch ontdooien. Tijdens de ontdooicyclus zal de
binnenventilator tot stilstand komen, en wordt weergegeven
dat de ontdooistand is geactiveerd. Het zal maximaal 15
minuten in beslag duren voordat de airconditioner opnieuw
start.
• Wanneer de verwarming is uitgeschakeld, zal de unit de
automatische ontdooifunctie starten, als er zich ijs vormt op
de buitenunit. Op dat moment zal de buitenunit automatisch
stoppen na enkele minuten te hebben gewerkt.
Hete start*
De binnenunit voorkomt koude tocht wanneer de Verwar-
mingsstand wordt ingeschakeld.
De ventilator van de binnenunit zal dan niet werken of op een
zeer lage snelheid, tot de warmtewisselaar de ingestelde tempe-
ratuur bereikt.
Geringe koeling van omgeving
Wanneer de temperatuur buiten daalt, zullen de ventilators
van de buitenunit op lage snelheid gaan draaien, of zal een
van de ventilators zo nu en dan tot stilstand komen.
Nl-3
Werkingsstand
Auto
Koelmodel:
• Wanneer de stand AUTO (automatische omschakeling)
eerst wordt geselecteerd, zal de ventilator gedurende enkele
minuten op heel lage snelheid draaien. Gedurende deze tijd
zal de binnenunit de kamercondities detecteren en de juiste
stand selecteren.
De kamertemperatuur is hoger dan de temperatuur die in de
temperatuurinstelling is bepaald → Koelstand
De kamertemperatuur is dichtbij of lager dan de temperatuur
die in de temperatuurinstelling is bepaald →Bewakingsstand
Koelstand
Vastgestelde
temperatuur in
Bewakingsstand
de tempera-
tuurinstelling
• Wanneer de binnenunit de temperatuur van uw kamer
heeft aangepast tot bij de temperatuurinstelling, zal de
bewakingsstand starten. In de bewakingsstand zal de
ventilator op lage snelheid werken. Als de kamertempe-
ratuur vervolgens verandert, zal de binnenunit opnieuw
de juiste stand selecteren (koelen) en de temperatuur
aanpassen aan de waarde van de temperatuurinstelling.
• Als de automatisch geselecteerde stand u niet bevalt, se-
lecteer dan een van de andere standen voor de werking
van het apparaat (Koelen, Drogen, Ventilator).
Verwarmen en Koelen model (omgekeerde cyclus)
• Wanneer AUTO (automatische omschakeling) wordt gese-
lecteerd, zal de airconditioner de juiste stand selecteren
(Koelen of Verwarmen) afhankelijk van de temperatuur
van dat moment in uw kamer.
• Wanneer de stand Auto eerst is geselecteerd, zal de venti-
lator gedurende enkele minuten op lage snelheid draaien.
Gedurende deze tijd zal de binnenunit de kamercondities
detecteren en de juiste werkingsstand selecteren.
De kamertemperatuur is hoger dan de temperatuur die in
de temperatuurinstelling is bepaald → Koelstand
De kamertemperatuur is dicht bij de in de temperatuurin-
stelling bepaalde temperatuur → Bepaald door de buiten-
temperatuur
De kamertemperatuur is lager dan de temperatuur die in
de temperatuurinstelling is bepaald →Verwarmingsstand
Koelstand
Vastgestelde
temperatuur in de
Bepaald door de
temperatuurinstel-
buitentemperatuur
ling
Verwarmingsstand
• Wanneer de airconditioner de temperatuur van uw kamer
heeft aangepast tot dicht bij de thermostaatinstelling, zal
de bewakingsstand starten. ln de bewakingsstand zal de
ventilator op lage snelheid werken. Als de kamertempera-
tuur vervolgens verandert, zal de airconditioner opnieuw
de juiste stand selecteren (Verwarmen, Koelen) en de
temperatuur aanpassen aan de waarde die is ingesteld op
de thermostaat.
Als de door de unit automatisch geselecteerde stand u
niet bevalt, selecteer dan een van de andere standen voor
de werking van het apparaat (Heating, Koelen, Drogen,
Ventilator).