Attentie: Als u uw beheerderswachtwoord vergeet, kan een door Lenovo geautoriseerde
servicemedewerker uw wachtwoord niet opnieuw instellen. U moet uw computer naar een door Lenovo
geautoriseerde servicemedewerker brengen om de systeemplaat te laten vervangen. U moet hiervoor het
bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten voor onderdelen en service in rekening
worden gebracht.
Stap 1. Open de UEFI/BIOS Setup Utility.
Stap 2. Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter.
Stap 3. Voer een wachtwoord in dat alleen letters en cijfers bevat en druk vervolgens op Enter.
Stap 4. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter.
Stap 5. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
De volgende keer dat u de computer opstart, moet u het beheerderswachtwoord invoeren om de Setup
Utility te openen. Als Power on Password is ingeschakeld, moet u het beheerderswachtwoord of het
gebruikerswachtwoord invoeren om de computer op te starten.
Beheerderswachtwoord wijzigen of wissen
Alleen de beheerder kan het beheerderswachtwoord wijzigen of wissen.
Stap 1. Open de UEFI/BIOS Setup Utility met het beheerderswachtwoord.
Stap 2. Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter.
Stap 3. Voer het huidige wachtwoord in.
Stap 4. Voer in het tekstvak Enter New Password het nieuwe wachtwoord in.
Stap 5. Voer in het tekstvak Confirm New Password het nieuwe wachtwoord opnieuw in.
Opmerking: Als u het wachtwoord wilt verwijderen, drukt u op Enter in beide tekstvakken zonder
iets in te voeren.
Stap 6. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
Als u het beheerderswachtwoord verwijdert, wordt het gebruikerswachtwoord ook verwijderd.
Gebruikerswachtwoord instellen
U moet het beheerderswachtwoord instellen voordat u het gebruikerswachtwoord kunt instellen.
De beheerder van de Setup Utility moet mogelijk een gebruikerswachtwoord instellen voor gebruik door
anderen.
Stap 1. Open de UEFI/BIOS Setup Utility met het beheerderswachtwoord.
Stap 2. Selecteer Security ➙ Set User Password en druk op Enter.
Stap 3. Voer een wachtwoord in dat alleen letters en cijfers bevat en druk vervolgens op Enter. Het
gebruikerswachtwoord moet verschillen van het beheerderswachtwoord.
Stap 4. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter.
Stap 5. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
Systeemwachtwoord inschakelen
Als het beheerderswachtwoord is ingesteld, kunt u het systeemwachtwoord inschakelen voor een nog betere
beveiliging.
20
Gebruikershandleiding