5.Installatie
3.
Strip de isolatie van de aardingskabel tot een geschikte lengte (zie afbeelding 5.7).
Afbeelding 5.7 Geschikte lengte
Belangrijk:
B (lengte isolatiestrip) is 2 mm~3 mm langer dan A (krimpgebied OT-
kabelaansluiting) 2mm~3mm.
4.
Steek de gestripte draad in het krimpgebied van de OT-terminal en gebruik de hydraulische klem
om de aansluiting op de draad te krimpen (zie afbeelding 5.8).
Afbeelding 5.8 De draad stripppen
Belangrijk:
Na het krimpen van de klem op de draad, inspecteert u de aansluiting om er zeker van te zijn
dat de klem stevig op de draad is gekrompen.
.14.
C
D
5.
Verwijder de schroef van het aardingspunt van het koellichaam.
6.
Sluit de aardingskabel aan op het aardingspunt op het koellichaam en draai de aardingsschroef vast,
het koppel is 3-4 Nm (zie afbeelding 5.9.
Afbeelding 5.9 Bevestigde kabel
Belangrijk:
Voor het verbeteren van de anticorrosieprestaties,
nadat de aardingskabel is geïnstalleerd, moet siliconen of verf worden aangebracht om te
beschermen.
5.Installatie
Aardingsschroef
.15.