Inhoudsopgave
Advertenties
5.Installatie
5.3.3
Sluit de fotovoltaïsche zijde van de omvormer aan
Voor de wisselstroomaansluiting is een kabel van 10-35 mm² vereist. Zorg ervoor dat de weerstand van de kabel
lager is dan 1,5 0hm.
Kabelspecificatie
Bereik
Dwarsdoorsnede (mm ²)
Aanbevolen
Bereik
Buitendiameter kabel
(mm)
Aanbevolen
OPMERKING:
Voor een betrouwbare aansluiting raden we de klant aan om overeenkomstige Euro-
connectoren te selecteren op basis van de bedradingsspecificatie om de terminal aan te
sluiten.
De stappen voor het monteren van de wisselstroomnetklemmen zijn als volgt:
1.
Strip het uiteinde van de wisselstroomkabelisolatiemantel ongeveer 80 mm en strip vervolgens
het uiteinde van elke draad. (zoals weergegeven in afbeelding 5.18.
Afbeelding 5.18 De wisselstroomkabel strippen
OPMERKING:
S2 (isolatiestriplengte) moet even lang zijn als S1 (compressiegebied wisselstroomklemkabel).
2.
Strip de isolatie van de draad voorbij het kabel-krimpgebied van de OT-klem,
en gebruik vervolgens een hydraulische krimptang om de klem te krimpen. Het gekrompen gedeelte van de
klem moet worden geïsoleerd met warmtekrimpbare buis of isolatietape.
3.
Laat de wisselstroomschakelaar losgekoppeld om ervoor te zorgen dat deze niet onverwachts sluit.
.18.
Kabel met koperen kern
10~35
25
22~32
27
N
｝
L
PE
S1
80MM
S2
4.
Verwijder de 4 schroeven op de aansluitdoos van de omvormer en verwijder het deksel van de
aansluitdoos.
5.
Steek de kabel door de moer, het omhulsel en de wisselstroomklemafdekking. Sluit de kabel daarna aan op
het wisselstroomaansluitblok met behulp van een dopsleutel. Draai de schroeven op het klemblok vast. Het koppel
is 3~4 Nm (zoals weergegeven in afbeelding 5.19).
Afbeelding 5.19 bedrading
5.Installatie
.19.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
