Wifi inschakelen:
De afzuigkap en verlichting moeten uitgeschakeld zijn.
Raak gelijktijdig de - (min) toets en de '+' (plus) toets 3 seconden aan. Alle indicatielampjes op
de afzuigkap en de afstandsbediening gaan knipperen.
Raak een willekeurige toets aan om het wifi-menu te openen. Indicatielampjes snelheidsstand
2, 3 en 4 branden.
Raak de - (min) toets aan om wifi in te schakelen. Indicatielampjes snelheidsstand 2 en 3
knipperen drie keer. Het wifi indicatielampje brandt. Na 3 seconden keert de kap terug naar het
wifi-menu
Wifi uitschakelen:
De afzuigkap en verlichting moeten uitgeschakeld zijn.
Raak gelijktijdig de - (min) toets en de '+' (plus) toets 3 seconden aan. Alle indicatielampjes op
de afzuigkap en de afstandsbediening gaan knipperen.
Raak een willekeurige toets aan om het wifi-menu te openen. Indicatielampjes snelheidsstand
2, 3 en 4 branden.
Raak de - (min) toets aan om wifi uit te schakelen. Indicatielampjes snelheidsstand 2 en 3
branden. Het wifi indicatielampje gaat uit. Na 3 seconden keert de kap terug naar het wifi-menu
Raak 3 seconden de '-' (min) toets aan om het wifi-menu te verlaten.
Weergave van de wifi-status:
Wifi-module uitgeschakeld: het wifi indicatielampje is uit.
Configuratie wordt uitgevoerd: het wifi indicatielampje gaat knipperen.
Verbonden met thuisnetwerkrouter: het wifi indicatielampje gaat knipperen.
Verbonden met thuisnetwerkrouter en cloud: het wifi indicatielampje brandt.
Wifi-connectiviteit
17