Problemen oplossen
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet scherp
wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert u
de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat u
de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
Stel de flitsmodus in op h (p. 108).
•
•
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (p. 92).
•
Pas het contrast aan met i-Contrast (pp. 96, 127).
•
Gebruik spotmeting of AE-vergrendeling (pp. 93, 94).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Stel de flitsmodus in op ! (p. 68).
•
•
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (p. 92).
•
Gebruik spotmeting of AE-vergrendeling (pp. 93, 94).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (p. 58).
•
Maak opnamen binnen het flitsbereik (zie "Specificaties" (p. 40)).
•
Verhoog de ISO-waarde (p. 95).
De onderwerpen in geflitste foto's zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
•
Maak opnamen binnen het flitsbereik (zie "Specificaties" (p. 40)).
Stel de flitsmodus in op ! (p. 68).
•
Er verschijnen witte stippen of andere beeldartefacts in geflitste opnamen.
•
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere deeltjes
in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
•
Verlaag de ISO-waarde (p. 95).
•
Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden (p. 95).
De onderwerpen hebben rode ogen (p. 71).
•
Zet [Lampinstelling] op [Aan] (p. 74) om het licht voor rode-ogenreductie (p. 4) te
activeren in geflitste foto's. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het licht
voor rode-ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode ogen
tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor rode-
ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of dichter
bij het onderwerp te gaan.
•
Bewerk beelden met rode-ogencorrectie (p. 128).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continu-opnamen gaat langzamer.
•
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (p. 135).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet beschikbaar.
•
Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie "Beschikbare functies per
opnamemodus", "Menu FUNC." en "Opnamemenu" (pp. 174 – 181).
166