7
EUROPOWER PMP2000 Gebruiksaanwijzing
◊
Houdt er rekening mee, dat het vermogen dat naar een op de
BRIDGE-uitgang aangesloten luidspreker gaat, veel hoger is, dan als
de parallelle luidspreker-uitgangen worden gebruikt. Lees hiervoor
alstublieft de specificaties aan de achterkant van de PMP2000.
◊
Let er alstublieft op, dat als de BRIDGE-luid-sprekeraansluiting
wordt gebruikt, IN GEEN GEVAL de overige twee aansluitingen
(RIGHT/MONO MAIN en LEFT/MONITOR) mogen worden gebruikt!
(38) Dit is de LEFT/MONITOR-luidsprekeruitgang van de PMP2000. Hier kan
de linker luidspreker van een stereo-systeem worden aangesloten
(schakelaar (21) in de bovenste stand). Wordt er echter een Main Mix in
mono gemaakt (schakelaar (21) in de onderste stand), dan wordt bij deze
luidsprekeruitgang het monitorsignaal in mono uitgegeven.
◊
De impedantie van de aangesloten luidspreker mag niet minder dan
4 Ω bedragen.
◊
Voor het correct aansluiten van de luidsprekerkabels leest u de
aanwijzingen over PIN-toewijzing aan de achterkant van het
apparaat door.
(39) SERIENUMMER.
3. Effectprocessor
24-BIT MULTI-FX PROCESSOR
Deze ingebouwde effectmodule biedt u hoogwaardige standaardeffecten zoal
bijv. hall, chorus, flanger, echo en diverse gecombineerde effecten. Door de
FX knop te gebruiken kunt u signalen invoeren in de effectenprocessor.
De geïntegreerde effectenmodule heeft het voordeel dat er geen bedrading
nodig is. Op deze manier wordt het gevaar voor het creëren van aardcircuits of
ongelijke signaalniveaus al dadelijk bij het begin geëlimineerd en wordt het
beheer erg vereenvoudigd.
Deze effect-presets zijn de klassieke "bijmengeffecten". Als u de FX TO MAIN/
MON-regelaar opendraait, ontstaat dus een mix van het kanaalsignaal (droog)
en het effectsignaal.
◊
Als u niks wenst te bewerken dan draait u de FX-regelaars van de
kanalen voor alle signalen dicht.
4. Installatie
4.1 Netspanning
Voordat u de PMP2000 op het stroomnet aansluit, dient u eerst zorgvuldig na
te gaan of uw apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld! Als er een
zekering vervangen wordt, dient men absoluut hetzelfde type te gebruiken.
4.2 Netverbinding
Het apparaat wordt door middel van de meegeleverde netkabel met
apparaatstekker aangesloten. Deze voldoet aan de nodige veiligheidseisen.
◊
Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard dienen te zijn.
Voor uw eigen veiligheid dient u in geen geval de aarding van de
apparaten c.q. de netkabel te verwijderen of onklaar te maken.
Het toestel met altijd met een intacte aarddraad aan het stroomnet
aangesloten zijn.
4.3 Audioverbindingen
De klinker in- en uitgangen van de BEHRINGER PMP2000 zijn als symmetrische
monoklinkerbussen uitgevoerd. Maar u kunt de PMP2000 vanzelfsprekend ook
met asymmetrisch klinkerstekkers gebruiken. Bij de tape-in- en uitgangen
hebben we voor stereo-cinch-aansluitingen gekozen.
Let er streng op, dat het apparaat uitsluitend door ter zake kundige personen
aangesloten en bediend wordt. Tijdens en na het aansluiten dient men altijd op
voldoende aarding van de persoon / personen die met het apparaat bezig is / zijn
te letten, electrostatische ontladingen e.d. kunnen de be-drijfseigenschappen
anders nadelig beïnvloeden.
Unbalanced ¼" TS connector
strain relief clamp
sleeve
tip
sleeve
(ground/shield)
tip
(signal)
Afb. 4.1: 6,3-mm-monoklinkerstekker
Balanced ¼" TRS connector
strain relief clamp
sleeve
ring
tip
sleeve
ground/shield
ring
cold (-ve)
tip
hot (+ve)
For connection of balanced and unbalanced plugs,
ring and sleeve have to be bridged at the stereo plug.
Afb. 4.2: 6,3-mm-stereoklinkerstekker
1
2
2
1
3
3
output
input
1 = ground/shield
2 = hot (+ve)
3 = cold (-ve)
For unbalanced use, pin 1 and pin 3 have to be bridged
Afb. 4.3: XLR-verbindingen