Inhoudsopgave
Advertenties
Een profiel bewerken
In de sequentiemodus kunnen profielen worden bewerkt wanneer zij worden gemaakt of
tijdens een meting.
Een profiel tijdens het maken ervan bewerken
U bewerkt een profiel als volgt tijdens het maken ervan:
1. Gebruik in het menu ' New Profile' (Nieuw profiel) en L om een te bewerken
gegevensveld te markeren.
2. Bewerk de waarde.
a. Gebruik voor Device ID (Apparaat-ID) en Battery string (Baterijserie) de
softkeys – en + om de waarde te wijzigen.
b. Druk voor andere gegevensvelden op de softkey Edit (Bewerken) en gebruik de
pijltoetsen om de waarde te wijzigen. Gebruik de softkey Select (Selecteren)
voor elke selectie en de softkey Done (Gereed) om een gegevensveld af te
sluiten.
3. Druk op de softkey Start (Start) om de wijziging te bevestigen en het meetscherm te
openen.
Een profiel tijdens het meten wijzigen
U bewerkt een profiel als volgt tijdens het meten:
1. Druk op de softkey Profile (Profiel).
Het scherm 'Profile info' (Profielinfo) verschijnt.
Zodra een profiel is gemaakt, kan het batterijnummer of de Start-ID niet
meer worden gewijzigd. Andere waarden kunnen wel worden bewerkt.
2. Druk op de softkey Modify (Wijzigen).
Het scherm 'Edit profile' (Profiel bewerken) verschijnt.
3. Gebruik en L om het te bewerken gegevensveld te markeren.
4. Gebruik de methode in de paragraaf 'Een profiel tijdens het maken ervan bewerken'
om het profiel te bewerken.
Een profiel laden
In de sequentiemodus kan het product een eerder opgeslagen profiel laden wanneer de
sequentiemodus wordt ingeschakeld of als er in de sequentiemodus wordt gemeten.
Deze methode kan worden gebruikt om een profiel dat nog niet af is te bewerken.
Alle gegevens in het huidige profiel worden automatisch opgeslagen
wanneer een eerder profiel wordt geladen.
Een profiel in de sequentiemodus gebruiken
Opmerking
Opmerking
Het product gebruiken
3
3-5
Advertenties
Inhoudsopgave
