1 Veiligheid
▶ Verlaat onmiddellijk het ge-
bouw en verhinder het betre-
den door derden.
▶ Alarmeer politie en brandweer
zodra u buiten het gebouw
bent.
▶ Neem contact op met de sto-
ringsdienst van het energie-
bedrijf vanaf een telefoonaan-
sluiting buiten het gebouw.
1.2.4 Levensgevaar door
afgesloten of ondichte
rookgastrajecten
Door installatiefouten, bescha-
diging, manipulatie, niet toege-
stane opstellingsplaats of der-
gelijke kan rookgas lekken en
tot vergiftigingen leiden.
▶ Breng geen veranderingen
aan de volledige rookgasin-
stallatie aan.
Bij gaslucht in gebouwen:
▶ Doe alle toegankelijke deuren
en ramen wijd open en zorg
voor tocht.
▶ Schakel het product uit.
▶ Breng een installateur op de
hoogte.
1.2.5 Levensgevaar
door explosieve en
ontvlambare stoffen
▶ Gebruik of bewaar geen ex-
plosieve of ontvlambare stof-
fen (bijv. benzine, papier,
4
verf, enz.) in de opstellings-
ruimte van het product.
1.2.6 Levensgevaar
door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
Ontbrekende veiligheidsinrich-
tingen (bijv. veiligheidsklep, ex-
pansievat) kunnen tot levens-
gevaarlijke brandwonden en
andere letsels leiden, bijv. door
explosies.
▶ Laat uw installateur de positie
en de werking van de veilig-
heidsinrichtingen uitleggen.
1.2.7 Verbrandingsgevaar
door heet drinkwater
Aan de tappunten voor warm
water bestaat bij warmwater-
temperaturen van meer dan
60°C gevaar voor verbranding.
Kleine kinderen en oudere men-
sen lopen zelfs bij lagere tem-
peraturen al risico's.
▶ Kies een temperatuur waarbij
niemand gevaar loopt.
1.2.8 Levensgevaar door
veranderingen aan
het product of in de
omgeving van het
product
▶ Verwijder, overbrug of blok-
keer in geen geval de veilig-
heidsinrichtingen.
Gebruiksaanwijzing Thema Condens FAS 80 0020151740_01