Inhoudsopgave
Advertenties
Pendelslaginstelling
De in vier stappen instelbare pendelbeweging van het zaagblad maakt een
optimale aanpassing mogelijk van zaagsnelheid, zaagkracht en zaagpatroon aan
het te bewerken materiaal. Bij elke neerwaartse beweging wordt het zaagblad van
het werkstuk getild; daardoor wordt het uitwerpen van de spanen bevorderd, de
wrijvingswarmte verminderd en de levensduur van het zaagblad verhoogd.
Hoe kleiner de pendelslag wordt ingesteld, hoe gladder de snijkant wordt.
Stand 0
- geen pendelslag voor dun materiaal
Stand I
- lichte pendelslag voor dikker materiaal
Stand II
- gemiddelde pendelslag voor hard materiaal
Stand III
- sterke pendelslag voor snel werken
Rechte sneden
• Zorg dat de grondplaat (8) van de zaag volledig op het werkstuk ligt en dat het
zaagblad loodrecht op het werkstuk staat.
• Teken het zaagverloop op het werkstuk.
• Leid de decoupeerzaag onder lichte druk en gelijkmatige snelheid langs de lijn.
Bij ingeschakelde laser wordt het volgen van de getekende snijlijn aanzienlijk
vergemakkelijkt.
• Om rechte zaagsnede parallel aan een buitenkant van het werkstuk te maken,
gebruikt u de parallelaanslag (9).
• Draai de beide schroeven (14) los, zet de aanslag (9) op de gewenste maat en
haal de schroeven (14) weer aan.
Schuine zaagsnede
De decoupeerzaag kan worden gebruikt voor schuine zaagsneden van 0 - 45° in
beide richtingen.
• Om de grondplaat (8) in te stellen, draait u de klemhendel (7) 90° naar buiten.
• Trek de grondplaat (8) naar achteren en stel de gewenste hoek aan de hand
van de hoekschaal (17) op de grondplaat in.
• Schuif de grondplaat (8) weer naar voren in de richting van het zaagblad.
• Draai de klemhendel (7) weer terug tegen de behuizing.
• Als de grondplaat een keer niet voldoende wordt vastgezet, draai dan bij
geopende klemhendel de kartelschroef (6) met de klok mee zo vast, totdat u
lichte weerstand voelt.
• Na sluiten van de klemhendel (7) wordt de grondplaat vast gespannen.
Advertenties
Inhoudsopgave
