TDMA COAX 200/390
Zonder ther-
mische rem
Met thermi-
sche rem
3 Hulp bij het plannen
3.1 Transport
De COAX 390 mag in voertuigen enkel rechtop vervoerd
worden, de COAX 200 mag ook liggend vervoerd wor-
den. De boiler moet zeer voorzichtig neergezet worden,
aangezien de emaillaag anders beschadigd kan worden.
Beide modellen zijn van handgrepen voorzien om het
dragen te vergemakkelijken.
3.2 Aansluiting op de drinkwatervoorziening
Warmwatercirculatie:
De circulatieleiding wordt bij de COAX 390 op de circula-
tieterugloop van de boiler aangesloten. Indien ook bij de
COAX 200 een circulatie aangesloten moet worden, ge-
beurt dat aan de koudwateraansluiting. Zoals bij elke
warmwatergenerator, ontstaan aanzienlijke warmteverlie-
zen door warmwatercirculatie. Daarom mag de circulatie-
pomp liefst niet permanent werken, aangezien er anders
onnodig veel warmte verloren gaat via het leidingssys-
teem. Het is daarom aanbevolen de circulatiepomp met
temperatuursturing of in intervalwerking met tijdssturing of,
nog beter, met schakelaars, enkel in geval van behoefte te
laten werken (zie CONTROL-regelaar). De jaarlijkse ener-
giebesparing van de solaire installatie wordt daardoor
aanzienlijk verhoogd.
Waterkwaliteit, fijnfilter:
De drinkwaterkwaliteit moet beantwoorden aan de gel-
dende norm voor drinkwater in uw land. De pH-waarde
moet tussen 6,5 en 9 liggen. Het maximum chloorgehalte
moet onder de 300 ppm liggen.
Een fijnfilter aan de koudwateraansluiting van het huis
(voorschrift) vermijdt vuil in het drinkwater. Vooral roest-
en ijzerresten uit het drinkwaternet zouden – zonder filter
– op de COAX 390–spiraal uit roestvrij staal kunnen neer-
slaan en tot een verhoogd risico op corrosie leiden.
Expansievat drinkwater:
De afmetingen van het expansievat, dat uitzetting door
warmte moet compenseren, moeten bij de COAX aan de
geldende voorschriften beantwoorden.
Boiler (warm),
PP-buis
Aansluitingen onderaan
(koud)
3
Mengkraan warm water:
Om verbranding door hoge boilertemperaturen te vermij-
den, moet aan de boileruitgang een mengkraan voor
warm water voorzien worden. Een mengkraan wordt aan-
geboden als optie (Art. Nr. ZB001).
3.3 Koppeling aan de solaire installatie
Collector:
De COAX is uitermate geschikt voor werking met vlakke en
vacuümcollectoren. In de Technische Gegevens (pagina 5)
vindt u onze aanbevelingen i.v.m. de collectoroppervlakte
terug. Met kleinere vlakken verhoogt het aantal periodes
zonder volledige zonnedekking, grotere vlakken verhogen
het zonnerendement, maar leiden in sommige gevallen tot
stilstand van de installatie in de zomer, wanneer de warm-
te niet naar andere plaatsen afgevoerd kan worden.
Buisdiameters en pomp:
De circulatie van het zonnecircuit werkt in vergelijking met
traditionele zonnesystemen met een zeer laag debiet (low-
flow). De nodige buisdiameters moeten op basis van de
collectorgegevens en de gekozen pomp berekend worden.
Regelaar:
Indien de COAX gebruikt wordt met een regelaar van de
CONTROL-reeks, wordt de gelaagde oplading optimaal
benut. Informatie over mogelijke aansluitingen en rege-
laars vindt u in volgende installatieschema's of in de Tech-
nische Documentatie van de CONTROL-reeks.
3.4 Aansluiting op ketel en verwarmingscircuit
Ketel:
De COAX heeft een warmtewisselaar om het warm water
op te warmen (traditionele bijverwarming). Om een ho-
mogene temperatuurverdeling in het gebruiksklaar warm
water te bereiken, wordt het ketelvertrek onderaan de
warmtewisselaar aangesloten. Het voordeel is een gelijk-
matige taptemperatuur en minder verlies van warm water.
Bij deze manier van aansluiten ligt het overgedragen ver-
mogen ongeveer10 % lager dan wanneer het vertrek bo-
venaan aangesloten wordt.
Voor een maximaal overgedragen vermogen kan het ke-
telvertrek bij de COAX 390 bovenaan en de terugloop
onderaan aangesloten worden (analoog voor de COAX
200: ketelvertrek rechts en terugloop links).
De op de ketel- of zonneregelaar ingestelde normtempera-
tuur van het gebruiksklaar warm water moet in overeen-
stemming met de gewenste temperatuur voor het warm
water gekozen worden, bv. 45 °C. Bijverwarmen van het
gebruiksklaar warm water via een warmtepomp is niet
aangeraden, aangezien daarvoor te hoge vertrektempera-
turen nodig zijn.