3.3.3
Lagesnelheidsprogramma
1.
Tik in het hoofdmenu op "LOW SPEED".
2.
Selecteer de eenheid (tijd, afstand of calorieën) volgens welke u wil trainen.
OPMERKING
L
U kunt slechts een doelwaarde bepalen.
3.
Voer de gewenste doelwaarde in.
4.
Druk op START om het programma te starten.
Het programma start met een snelheid van 0,5 km/u.
De snelheid en de hellingsgraad kunnen tijdens de training handmatig worden ingesteld.
OPMERKING
L
Het programma loopt alleen met maximum 4 km/u.
5.
Druk op STOP om het programma te pauzeren.
De snelheid wordt langzaam tot nul verminderd. Indien u een hellingsgraad hebt ingesteld, blijft de
loopband tijdens de pauze in deze positie.
5.1. Druk opnieuw op STOP om het programma te beëindigen. Op het scherm verschijnt nu een
samenvatting van de verzamelde trainingsgegevens.
5.2. Druk op START om door te gaan met het programma.
Wanneer het programma beëindigd is, activeert de console automatisch de "Cooldownfase".
3.3.4
Vooringestelde programma's
1.
Tik in het hoofdmenu op "PROGRAM".
2.
Voer uw geslacht, leeftijd, gewicht en de gewenste trainingsduur in en druk op Next.
3.
Selecteer een van de profielprogramma's.
4.
Druk op START om het programma te starten.
De snelheid en de hellingsgraad kunnen tijdens de training handmatig worden ingesteld.
5.
Druk op STOP om het programma te pauzeren.
De snelheid wordt langzaam tot nul verminderd. Indien u een hellingsgraad hebt ingesteld, blijft de
loopband tijdens de pauze in deze positie.
5.1. Druk opnieuw op STOP om het programma te beëindigen. Op het scherm verschijnt nu een
samenvatting van de verzamelde trainingsgegevens.
5.2. Druk op START om door te gaan met het programma.
Wanneer het programma beëindigd is, activeert de console automatisch de "Cooldownfase".
27