Bediening
De scootmobielfiets is op twee verschillende manieren te gebruiken, als fiets en als
scootmobiel. Tussen deze twee standen is te wisselen door simpelweg de voetenplaat
(met hand of voet) op te klappen. Heb je de voetenplaat neergeklapt, dan werkt de
scootmobielfiets als scootmobiel en klap je de voetenplaat omhoog, dan kun je
meetrappen. In de fietsstand kun je tevens de gashendel gebruiken indien extra
ondersteuning gewenst is.
1. Scootmobielstand:
Voetenplank omlaag.
•
Voor- en achteruitrijden
•
met de duimgashendel.
•
Pedalen zijn vrijgeschakeld
Neem bij het opstappen eerst plaats op de zitting waarna je je benen veilig over
het frame of de voetenplaat heen kunt tillen. Hiermee voorkom je dat je blijft
haken of uitglijdt op de voetenplaat, deze kan glad zijn als het vochtig is.
Versie 22.03
2. Fietsstand:
Voetenplaat omhoog.
•
Aandrijving wordt door te trappen
•
geactiveerd.
.
Trapondersteuning afhankelijk van
•
trapkracht en snelheid.
Extra ondersteuning met behulp van de
•
duimgashendel.
Achteruitrijden door achteruit te trappen.
•
17/47