24
[Audio-out]
[Geluid]
•
[UIT]: hiermee wordt het gebruik van AUDIO-uitgang uitgeschakeld. (Er wordt geen audio uitgevoerd.)
•
[Variabel]: u kunt een uitvoerbereik opgeven voor het externe audio-apparaat dat op de monitor is aangesloten en het
volume in het bereik aanpassen. U kunt het volume van een extern audio-apparaat aanpassen binnen een
bereik van 0 tot 100 (net als het volume van de Signage-luidspreker). Er kan echter een verschil zijn met
het volumeniveau dat daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
•
[Vast]: stel een vast uitvoerniveau in voor het externe audio-apparaat.
- Als er geen externe ingang is, wordt er geen externe audio uitgevoerd.
- Het variabele audio-uitvoerniveau van 100 is hetzelfde als het vaste audio-uitvoerniveau.
•
Als er afhankelijk van de inhoud ruis optreedt, kan dit worden verbeterd door het volume van het [Variabele] item aan
te passen.
[AV Sync-aanpassing]
[Geluid]
Met deze functie past u de audiotiming aan, zodat het geluid synchroon loopt met het beeld.
•
[Interne monitorluidspreker] (-5~15): Pas de synchronisatie van geluid van de ingebouwde speakers aan. Hoe dichter
•
[Bypass]: als u deze optie selecteert, worden de uitzendsignalen of het geluid van externe apparaten zonder
audiovertraging uitgevoerd. Audio kan eerder dan video worden uitgevoerd in verband met de
verwerkingstijd voor video die in de monitor wordt ingevoerd.
[Digitale audio-invoer]
[Geluid]
Met deze functie kunt u een ingangsbron voor audio-uitvoer kiezen.
•
[Digitaal]: voor uitvoer van de audio in het digitale signaal dat wordt ingevoerd via de aangesloten digitale
ingangsbron (HDMI, DISPLAYPORT of OPS).
•
[Analoog]: voor uitvoer van audio van de digitale invoerbron (HDMI, DISPLAYPORT of OPS) die via de poort Audio In is
aangesloten op de monitor.
[Audio-out]
[AV Sync-aanpassing]
u naar – schuift, hoe sneller de audio-uitvoer. En hoe dichter u de waarde
naar + verplaatst, hoe langzamer de audio-uitvoer in vergelijking met de
standaardwaarde.
[Digitale audio-invoer]