Inhoudsopgave
Advertenties
Als de binnenkant van een apparaat sterk ver-
vuild is, zal de temperatuur in het apparaat
ongelijk verdeeld worden. In dat geval moet de
binnenkant van het apparaat gereinigd worden.
Neem daartoe contact op met uw Daikin-leveran-
cier. Het reinigen van de binnenunit moet worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
• Het apparaat stopt onmiddellijk na koelen en
als de buitenluchttemperatuur en
luchtvochtigheid laag zijn.
Dat komt omdat warm gasvormig koelmiddel
terug in het apparaat stroomt en stoom genereert.
Ventilatieunit, Buitenunit
• Wanneer het systeem gaat verwarmen na ont-
dooien.
Vocht dat is ontstaan tijdens het ontdooien wordt
stoom en wordt uitgeblazen.
8-6 SYSTEEM MAAKT GELUID
Ventilatieunit
• Direct nadat de stroom is ingeschakeld, hoort
u een geluid als een aangeslagen gitaarsnaar.
De elektronische expansieklep binnenin het
apparaat begint te werken en veroorzaakt het
geluid. Het geluid verdwijnt na ongeveer één min-
uut.
• Wanner het apparaat wordt uitgeschakeld of
tijdens koelen hoort u een continu diep,
donker geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de afvoerpomp
(optioneel accessoire).
• Nadat het apparaat heeft verwarmd hoort u
een "piepend" geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat kunststof
onderdelen als gevolg van temperatuursverand-
eringen krimpen en uitzetten.
• Het apparaat maakt een laag "zuchtend" en
"gorgelend" geluid terwijl het uitgeschakeld
is.
Wanneer het andere apparaat ingeschakeld is, is
dit geluid hoorbaar. Om te voorkomen dat er olie
en koelmiddel in het systeem achterblijft, wordt
een kleine hoeveelheid koelmiddel rondgepompt.
Ventilatieunit, Buitenunit
• Wanneer het apparaat koelt of ontdooit, hoort
u een laag sissend geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat gasvormig
koelmiddel door het systeem stroomt.
• Nadat het apparaat is uitgeschakeid of tijdens
ontdooien hoort gesis.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koelmid-
del niet meer stroomt of dat de stroomrichting
wordt omgekeerd.
9
Buitenunit
• Wanneer de aard van het geluid tijdens bedrijf
verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat de frequen-
tie verandert.
8-7 ER KOMT STOF UIT HET APPARAAT
• Wanneer het apparaat wordt gebruikt nadat
het lange lang tijd uitgeschakeld was.
Dit komt omdat er stof in het apparaat is
neergeslagen.
8-8 DE APPARATEN KUNNEN GEUREN
• Het apparaat kan geuren uit de buitenlucht
absorberen.
8-9 DE VENTILATOR VAN DE BUITENUNIT
DRAAIT NIET
• Tijdens bedrijf.
De snelheid van de ventilator wordt geregeld voor
een optimale effectiviteit van het apparaat.
8-10 IN HET DISPLAY WORDT
WEERGEGEVEN
• Dit gebeurt onmiddellijk nadat de voeding
ingeschakeld werd, en betekent dat de
afstandsbediening normaal werkt. Deze uitlez-
ing blijft ongeveer één minuut aanwezig.
8-11 DE COMPRESSOR VAN EEN BINNE-
NUNIT WORDT NIET UITGE-
SCHAKELD NADAT HET APPARAAT
EVEN HEEFT VERWARMD
• Dit dient om te voorkomen dat er olie en
koelmiddel in de compressor achterblijven.
Het apparaat zal na ongeveer 5 tot 10 minuten
worden uitgeschakeld.
8-12 DE BINNENKANT VAN EEN BUITE-
NUNIT IS WARM, ZELFS NADAT HET
APPARAAT IS UITGESCHAKELD
• De reden hiervan is dat de carterverwarming
de compressor opwarmt, zodat deze op een
goede manier kan opstarten.
9. STORINGEN VERHELPEN
Neem contact op met uw Daikin-leverancier en
neem onderstaande maatregelen wanneer één
van de volgende storingen is opgetreden.
Het systeem kan alleen door gekwalificeerd per-
soneel worden gerepareerd.
• Wanneer een beveiliging, zoals een zekering, een
spanningsonderbreker of een aardlekschakelaar,
regelmatig doorslaat of wanneer de AAN / UIT-
"
"
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
